Steunbescherming en puntklauw
(afb. II)
De steunbescherming, die aan de voorkant van het
werkstukcontact is aangebracht, voorkomt bescha-
digingen en drukplekken bij het werken met zacht
hout.
Voordat de steunbescherming wordt
verwijderd of vervangen, moet het
apparaat eerst van de luchttoevoer
worden gescheiden.
De puntklauw (alleen DSN 5090 22° / DSN
■
5090 34°) voorkomt wegglijden, als beves-
tigingselementen met een schuin geplaatst
apparaat moeten worden ingedreven.
Draaibare luchtuitlaat (afb. III)
Met de draaibare luchtuitlaat [1] kan de bediener
de uitlaatluchtgeleiding in elke gewenste richting
draaien.
Magazijnaanpassing** (afb. IV)
De magazijnaanpassing is aan de rechterkant van
het gereedschap aangebracht en maakt het snel
wisselen naar andere grootten van het betreffende
bevestigingselement door de gebruiker mogelijk.
Apparaat met bevestigingselementen
vullen
Het apparaat moet van de bediener af
wijzen.
Er mogen alleen bevestigingselemen-
ten worden gebruikt, die voor gebruik
met dit apparaat worden aanbevolen.
DKG 1040 en DSK 1555 (afb. V):
druk de vergrendeling in en open het magazijn.
■
Bevestigingselementen in het magazijn leggen,
■
het magazijn sluiten en op correcte vergrende-
ling letten.
DSN 5090 22° en DSN 5090 34° (afb. V):
Plaats de bevestigingselementen van achteren
■
compleet in het magazijn.
Schuif de schuiver naar achteren en laat deze
■
los.
86
Activeringsmodus kiezen (afb. VII)
De werkstuk-contacteenheid of de trekker
■
mogen nooit in de activeringspositie worden
gefixeerd!
Dit apparaat heeft een selecteerbare active-
■
ringsmodus, die kan worden ingesteld op de
modus Enkele activering of Contactactivering.
Modus A: Handmatige activering
Koppel het apparaat los van de luchttoevoer.
■
Draaitap in de trekker indrukken. Draaitap in de
■
gewenste positie draaien.
Zorg ervoor dat de draaitap veilig vastklikt
■
zodat het apparaat correct werkt.
Sluit het apparaat op de luchttoevoer aan.
■
Pak het apparaat stevig vast bij de handgreep.
■
Breng de mond van het apparaat in positie
■
op het werkoppervlak en druk het tegen het
werkstukcontact.
Bedien de activeringsknop.
■
Wacht vóór het volgende schot tot de arbeids-
■
slag volledig is uitgevoerd.
Modus B: Contactactivering
Met de contactactivering kunnen zeer snelle, herha-
lende arbeidscycli worden uitgevoerd.
Activeringsknop indrukken in ingedrukt houden.
■
Breng de mond van het apparaat in positie
■
op het werkoppervlak en druk het tegen het
werkstukcontact.
De arbeidsslag wordt automatisch uitgevoerd.
■
Wacht vóór het volgende schot tot de arbeids-
■
slag geheel is uitgevoerd.
Activeringsknop ingedrukt houden.
■
Breng de mond van het apparaat in een nieuwe
■
positie op het werkoppervlak en druk het tegen
het werkstukcontact.
3 De volgende arbeidsslag wordt uitgevoerd.
DRY-FIRE-beveiliging
Wanneer het magazijn leeg is, voorkomt de „Dry-Fi-
re"-beveiliging het gebruik zonder bevestigings-
elementen. Om het gereedschap weer te kunnen
gebruiken, moet het apparaat worden gevuld met
bevestigingselementen.