Bediening voor het
afspelen van media
De volgende aanduidingen duiden op de
beschikbaarheid van het kenmerk.
CD-audio in CD-DA formaat of een CD
[CD]:
die MP3-bestanden bevat (l 70)
USB-apparaten die MP3-bestanden
[USB]:
bevatten (l 70)
[BLUETOOTH]: Aangesloten Bluetooth
Basis afspelen (
Voorbereidingen
≥ Schakel het toestel in.
≥ Voer het medium in of verbind het Bluetooth
compatibele apparaat. (l 61, 62)
1
Selectie van de audiobron.
Voor disc:
Druk herhaaldelijk op [O, N SELECT] om "CD"
te selecteren.
Voor USB-apparaat:
Druk herhaaldelijk op [O, N SELECT] om "USB"
te selecteren.
Voor Bluetooth
®
-apparaat:
Druk op [
] om "BLUETOOTH" te selecteren.
(Als het selecteren met dit toestel gebeurt, druk
dan op [SELECT, s
2
Druk op [1/;] als u het afspelen wilt starten.
Basisbediening
Stoppen
Druk op [∫].
≥ [USB]: De positie wordt bewaard en
"RESUME" wordt weergegeven.
≥ [USB]: Druk twee keer op [∫] om het
afspelen volledig te stoppen.
Pauzeren
Druk op [1/;].
Indrukken als u met afspelen door wilt gaan.
Springen
Druk op [:/6] of [5/9] om
een track over te slaan.
[CD] (MP3), [USB]
Druk op [3] of [4] om het album over
te slaan.
Zoeken
Houdt tijdens afspelen of pauze [:/
6] of [5/9] ingedrukt.
∫ Om informatie weer te geven
(
[CD]
,
[USB]
,
[BLUETOOTH]
U kunt het nummer, de artiest, de albumnaam, het
soort bestand, de bitsnelheid en andere informatie
weergeven. (de informatie varieert afhankelijk van de
audiobron.)
Druk herhaaldelijk op [DISPLAY].
bijv.
[USB]
(MP3)
"A
":
Nummer MP3-album.
"T
":
Nummer MP3-track.
("
" geeft een nummer aan.)
-apparaat (l 62)
®
,
,
[CD]
[USB]
[BLUETOOTH]
®
PAIRING].)
)
≥ Om een Bluetooth
dit toestel te bedienen, moet het Bluetooth
AVRCP (Audio Video Remote Control Profile) ondersteunen.
Afhankelijk van de status van het apparaat kan het zijn dat
sommige bedieningen niet werken.
≥ Maximum aantal weer te geven karakters:
Ongev. 32
≥ Dit systeem ondersteunt ver. 1 en 2 ID3 tags.
≥ Tekstgegevens die niet ondersteund worden zullen niet, of
anders, weergegeven worden.
)
Afspeelmodussen (
Selecteren van de afspeelmodus.
1
Druk herhaaldelijk op [PLAY MENU] om
"PLAYMODE" of "REPEAT" te selecteren.
2
Druk op [3, 4] om de instelling te kiezen en druk
vervolgens op [OK].
PLAYMODE
OFF
PLAYMODE
1-TRACK
1-ALBUM
RANDOM
1-ALBUM
RANDOM
REPEAT
ON REPEAT
OFF
REPEAT
≥ Tijdens willekeurig afspelen kunt u niet naar tracks springen
die afgespeeld zijn.
≥ De modus wordt geannuleerd als u de disc-lade opent of het
USB-apparaat verwijdert.
-apparaat met de afstandsbediening van
®
-apparaat
®
,
)
[CD]
[USB]
Annuleert de instelling van de
afspeelmodus.
Speelt alleen de geselecteerde
track af.
≥ "1", " " wordt weergegeven.
(Springt naar de gewenste track.)
Speelt alleen het geselecteerde
album af.
≥ Druk op [3] of [4] om het album te
selecteren.
≥ "1", "
" wordt weergegeven.
Speelt de inhouden willekeurig af.
≥ "RND" wordt weergegeven.
Speelt de nummers in het
geselecteerde album willekeurig af.
≥ Druk op [3] of [4] om het album te
selecteren.
≥ "1", "
", "RND" wordt weergegeven.
Schakelt de herhaalmodus in.
≥ "`" wordt weergegeven.
Schakelt de herhaalmodus uit.
63
TQBJ2213