Voor de ingebruikname
Soldeerpunt bevestigen / wisselen
OPGEPAST! VERBRANDINGSGEVAAR!
Verwarm de soldeerbout (3) nooit zonder dat de soldeerpunt (4) erop zit .
•De soldeerpunt (4) mag alleen worden verwijderd als het apparaat is
uitgeschakeld en is afgekoeld.
•De soldeerpunt (4) heeft schroefdraad en kan zodoende snel en eenvoudig
worden gewisseld.
•Draai de soldeerpunt (4) tegen de wijzers van de klok in los.
•Draai de soldeerpunt (4) met de wijzers van de klok mee vast.
TIP
•Verwijder voor gebruik de beschermdop van de soldeerpunt (4).
•Voor de eerste ingebruikname van het digitale soldeerstation en bij het
gebruik van een nieuwe soldeerpunt (4) moet de soldeerpunt (4)
eerst vertind worden.
Ingebruikname
In- / uitschakelen
Inschakelen
•Steek de stekker in een geschikt stopcontact en zet de aan- / uitschakelaar
(1) in positie „I".
•De temperatuur (200 °C) wordt weergegeven op het LCD-scherm (6)
gedurende 3 seconden. De werkelijke temperatuur (15) wordt daarna op
het LCD-scherm (6) weergegeven. Het scherm POWER geeft aan wanneer
het apparaat in verwarmingsmodus staat.
TIP
•Verwijder voor gebruik de beschermdop van de soldeerpunt (4).
•Voor de eerste ingebruikname van het digitale soldeerstation en bij het
gebruik van een nieuwe soldeerpunt (4) moet de soldeerpunt (4) eerst vertind
worden.
Temperatuur instellen
TIP
•Voorwaarde om perfect te solderen is het gebruik van geschikt soldeertin.
Bovendien kan er alleen perfect worden gesoldeerd als de juiste
soldeertemperatuur is bereikt. Wanneer de soldeertemperatuur te laag is,
vloeit het soldeertin niet goed wat leidt tot doffe soldeerverbindingen (zgn. koude
soldeerverbindingen). Door te hoge soldeertemperaturen verbrandt het soldeermiddel
en vloeit het soldeertin niet. Daarnaast kunnen de te verwerken materialen kapot gaan.
|
NL
38
PLSD 48 B2