Montage van het bedieningspaneel met
draaischakelaar
Als inbouwmontage niet mogelijk is, dan levert Truma
desgewenst een opbouwframe (1 – art.-nr. 40000-52600)
als toebehoren.
Gat Ø 55 mm boren.
De bedieningspaneelkabel (2) aan het bedienings paneel (3)
aansluiten en vervolgens de achterste afdekkap (4) als trekont-
lasting opsteken.
De kabel naar achteren doorschuiven en naar de elektronische
regeleenheid verleggen.
Het bedienings paneel met 4 schroeven (5) bevestigen en
afdekframe (6) opsteken.
Voor optische afsluiting van de afdeklijst (6) levert Truma
zijdelen (7) in 8 verschillende kleuren. Vraag uw leverancier.
5 5
2
Ø
1
Montage van het bedieningspaneel met
schijfschakelaar
Voor voorhanden inbouwuitsparingen.
Afdekplaat uit de inbouwuitsparing verwijderen.
Bedieningspaneelkabel (10) aan het bedienings paneel (8) aan-
sluiten, door de inbouwuitsparing naar achteren doorvoeren
en naar de elektronische regeleenheid verleggen.
Bedienings paneel (8) indrukken tot de frontvlakte gelijk ligt.
Indien geen inbouwuitsparing voorhanden is, kan het
bedienings paneel met de meegeleverde frame voor ver-
zonken montage worden gemonteerd.
Als inbouwmontage niet mogelijk is, dan levert Truma
desgewenst een opbouwframe (art.-nr. 39050-11600) als
toebehoren.
60
m
m
4
3
5
7
7 6
Montage van de elektronische
regeleenheid
Deksel van de regeleenheid losschroeven.
De stekkers aan de elektronische regeleenheid mogen
enkel losgetrokken en aangesloten worden als van
tevoren de voedingsspanning werd afgeklemd. Stekker
recht lostrekken!
Stekker van de bedienings paneelkabel (1) volgens afbeelding
aan de rode pennenlijst van de regeleenheid aansluiten.
Indien een schakelklok of een afstandsensor is inge-
bouwd, de stekker hiervan aan de zwarte pennenlijst
aansluiten. Bij gelijktijdige toepassing van meerdere on-
derdelen geschiedt de aansluiting via het multistopcontact
(Accessoires).
Onderdeel aan een goed bereikbare, tegen vochtigheid be-
schermde plek met 2 schroeven bevestigen (mag niet over
65 °C worden verwarmd).
Deksel van de regeleenheid losschroeven.
Bij verwarmingen die buiten het voertuig zijn gemonteerd
moet de elektronische stuureenheid in de binnenruimte van
het voertuig zodanig worden bevestigd dat deze tegen vocht
en beschadiging is beschermd. In de vloer resp. in de wand
een opening van Ø 25 mm boren, stekker (2) van de 20-poli-
gen kabel van de stuureenheid aftrekken en door de opening
leiden. Met kabelvulling afdichten. Stekker er weer insteken.
In uitzonderingsgevallen kan de elektronische stuureenheid
met beschermkast voor buiten aanwezige elektronica
(Accessoires, art.-nr. 39950-00) buiten het voertuig worden
gemonteerd.