Plaatskeuze
Het apparaat en de rookgasafvoer moeten zo worden ge-
plaatst dat deze altijd goed toegankelijk zijn voor onderhouds-
werkzaamheden en makkelijk in- en uitgebouwd kunnen
worden.
Om een gelijkmatige opwarming van het voertuig te bereiken,
moet de verwarming zo centraal mogelijk in (of onder het
voertuig) worden gemonteerd, waardoor de luchtverdelings-
buizen ongeveer even lang kunnen worden gelegd.
Haarden moeten zo geplaatst zijn, dat er geen afvoergassen in
de binnenruimte terecht kunnen komen. De gasafvoer moet
altijd ten minste tot de zijwand gebeuren.
De wandschoorsteen moet zo
aangebracht worden, dat er
zich in een straal van 500 mm
(R) geen tanksteun en geen
tankventilatieopening bevindt.
Bovendien mag zich binnen
300 mm (R) geen ontluch-
tingsopening voor het woon-
gedeelte of vensteropening
bevinden.
Bij de montage van de
haard binnen het gear-
ceerde bereik onder of naast
een te openen venster moet
dwingend een elektrische ven-
sterschakelaar (art.-nr. 34000-
85800) aangebracht worden.
Het gastoestel moet bij het
openen van het venster via de
automatische uitschakelinrich-
ting van Truma (Accessoires,
art.-nr. 39050-00800) automa-
tisch uitgeschakeld worden.
Afvoer van rookgas
Voor de verwarming Trumatic E 2400 mag voor de inbouw
met een warmte-uitlaat in de wand alleen de Truma rook-
gasbuis AA 24 (art.-nr. 39420-00) of bij boot-inbouw de
Trumaedelstaal-rookgasbuis AEM 24 (art.-nr. 39430-00) en de
verbrandingslucht-toevoerbuis ZR 24 (art.-nr. 39440-00) wor-
den gebruikt, aangezien het apparaat alleen met deze buizen
gekeurd en toegelaten is.
Na elke demontage van de rookgasafvoerbuis moet een
nieuwe O-ring gemonteerd worden!
Toegelaten lengte van buizen
1. Binneninbouw met warmte-uitlaat in de wand
2. Ondervloermontage met een warmte-uitlaat in de
Binneninbouw met een warmte-uitlaat-set
voor in de wand
Zie inbouwvarianten afb. 1 (blz. 2).
Montage van de warmte-uitlaat in de wand
Warmte-uitlaat in de wand tegen een zo loodrecht mogelijke
wand monteren die aan alle zijden door de wind kan worden
bereikt. Boor een opening (8) met Ø 70 mm (bij holle ruim-
ten rond de warmte-uitlaat met hout opvullen). Dicht af met
behulp van de meegeleverde rubberen pakking (10). Gestruc-
tureerde oppervlakken moeten met een plastisch carrosserie-
dichtmiddel – geen siliconenkit! – worden ingesmeerd.
Bij grotere wanddikte eerst de dubbele rookgasbuis van
buitenaf op de schoorsteen aansluiten.
R
Schuif de rubberen dichting (10) en de buisklem (4) op het
binnendeel van de schoorsteen (11).
300 mm
Afvoerpijp (1) aan het begin samenpersen, zodat winding
op winding valt, over de O-ring (2a) op het aansluitstuk (2)
schuiven tot de band (3 – de schoorsteenafhoeking wijst naar
boven) en klem (4) zo vastschroeven, dat de omgebogen rand
van de klem om de band grijpt.
Getand aansluitstuk (9) met een plastisch carrosserie-dicht-
middel – geen siliconenkit! – insmeren en verbrandingslucht-
toevoerbuis (5) er overheen schuiven.
Binnendeel schoorsteen (11) met 3 schroeven (12) bevestigen
(let op inbouwplaats! De Trumainscriptie moet beneden zijn).
Buitendeel schoorsteenl (13) erop zetten en met 2 schroe-
ven (14) vastzetten.
(zie inbouw variaten 1, blz. 2):
– Buislengten tot max. 70 cm kunnen naar keuze stij-
gend of met een verval van max. 30 cm worden gelegd.
– Buislengten van 70 cm tot max. 150 cm moeten
stijgend met een stijgingshoek van minimaal 45° worden
gelegd.
wand (zie inbouwvariant 2, blz. 2):
– Warmte-uitlaat dubbelbuis lengte max. 70 cm,
leggen naar keuze stijgend of tot 30 cm dalend.
1 4
Na elke demontage moet een nieuwe O-ring worden
geplaatst!
2
2a
3
57