Verander het polarisatieniveau van de satellietantenne tijdens de aanpassing van die
satellietantenne om in staat te zijn de satellietantenne voor beide polarisatieniveaus
optimaal af te stellen .
Hoge/lage bandbreedte
De beide indicatoren (22 kHz/0 kHz) geven aan of het ontvangen signaal van de hoge
of de lage bandbreedte is .
LED-indicatoren
22 kHz
0 kHz
Probleemoplossing
Fout
Na het aansluiten van de LNB op de
satellietontvanger werkt het product
niet .
De indicatornaald
voortdurend naar de hoogste waarde
op de schaalverdeling
als de stuurregelaar
keer tegen de wijzers van de klok in
gedraaid is .
De indicator licht op
4 ]
[
Hoogfrequente bandbreedte actief (= digitaal)
Laagfrequente bandbreedte actief (= analoog)
springt
6 ]
[
, zelfs
1 ]
[
een aantal
3 ]
[
Mogelijke fouten en oplossingen
Schakel de satellietontvanger in .
Controleer de LNB en het type satellietantenne .
Plaats tussen de LNB en het product een
dempingsregelaar (0–20 dB), . . .
indien de LNB een hoge capaciteit met
o
een hoge versterking heeft of
indien de aangesloten satellietantenne
o
langer is dan 1 meter .
NL/BE
47