nl Montagehandleiding
19.1 Leveringsomvang
Controleer na het uitpakken alle onderdelen op trans-
portschade en de volledigheid van de levering.
19.2 Veilige montage
Neem bij het monteren van het apparaat de
veiligheidsaanwijzingen in acht.
¡ De veiligheid is alleen gewaarborgd bij een
deskundige montage volgens de montage-
handleiding. De installateur is verantwoor-
delijk voor een goede werking op de plaats
van opstelling.
¡ Het apparaat na het uitpakken controleren.
Niet aansluiten in geval van transportscha-
de.
¡ Voor het eerste gebruik verpakkingsmate-
riaal en plakfolie verwijderen uit de binnen-
ruimte en van de deur.
¡ Bij de inbouw van accessoires dient u zich
te houden aan de beschrijving in de monta-
gebladen.
¡ Inbouwmeubels dienen bestand te zijn te-
gen een temperatuur van maximaal 90 °C,
aangrenzende voorzijden van meubels te-
gen een temperatuur van maximaal 65 °C.
¡ Het apparaat niet inbouwen achter een de-
cor- of meubeldeur. Er bestaat gevaar van
oververhitting.
¡ Voer uitsnijdingswerkzaamheden aan het
meubel uit voordat het apparaat wordt ge-
plaatst. Spanen verwijderen. Deze kunnen
invloed hebben op de werking van elektri-
sche componenten.
¡ Apparaten zonder stekker mogen alleen
door geschoold personeel worden aanges-
loten. Bij schade door een verkeerde aans-
luiting kunt u geen aanspraak maken op
garantie.
112
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Onderdelen die tijdens de montage toeganke-
lijk zijn, kunnen scherp zijn en tot snijletsels
leiden.
▶ Draag veiligheidshandschoenen
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en
niet-toegestane adapters is gevaarlijk.
▶ Geen verlengsnoeren of meervoudige stop-
contacten gebruiken.
▶ Neem contact op met de service wanneer
het netsnoer te kort is.
19.3 Inbouwmeubel
Dit apparaat is uitsluitend voor inbouw bedoeld. Dit ap-
paraat is niet bedoeld voor gebruik op tafel of in een
kast.
De inbouwkast mag achter het apparaat geen achter-
wand hebben. De minimale inbouwhoogte bedraagt
850 mm.
Ventilatiesleuven en aanzuigopeningen mogen niet wor-
den afgedekt.
19.4 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
WAARSCHUWING ‒ Gevaar: magnetisme!
Het apparaat bevat permanente magneten. Deze kun-
nen elektronische implantaten, zoals pacemakers, of in-
sulinepompen beïnvloeden.
Personen met elektronische implantaten dienen mi-
▶
nimaal een afstand van 10 cm tot het apparaat aan
te houden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Het gebruik van stekkerdozen, stekkerverdelers of ver-
lengsnoeren kan tot brand leiden.
Gebruik nooit multistekkers, stekkerdozen of ver-
▶
lengsnoeren.
¡ Het apparaat is stekkerklaar en mag uitsluitend wor-
den aangesloten op een correct geïnstalleerd ge-
aard stopcontact.
¡ De zekering dient in overeenstemming te zijn met
de vermogensopgave op het typeplaatje en de loka-
le voorschriften.
¡ Het aanleggen van een contactdoos mag alleen
door een erkend vakman, met inachtneming van de
geldende voorschriften, worden uitgevoerd.
¡ Wanneer de stekker na het inbouwen niet meer toe-
gankelijk is, moet een alpolige schakelaar met een
contactafstand van minstens 3 mm worden geïnstal-
leerd.