7 Grasmaaier bijtanken
6.3
Motorolie bijvullen
De motorolie smeert en koelt de motor.
De specificatie van de motorolie en de bij te vul‐
len hoeveelheid staan in de gebruiksaanwijzing
van de motor.
LET OP
■ Bij levering is het apparaat niet gevuld met
motorolie. Als de motor wordt gestart zonder
of met te weinig motorolie kan de grasmaaier
beschadigd raken.
► Controleer elke keer voordat er wordt
gestart het motoroliepeil en vul zo nodig
motorolie bij.
► Vul motorolie bij zoals in de gebruiksaanwij‐
zing van de motor beschreven staat.
7
Grasmaaier bijtanken
7.1
Grasmaaier bijtanken
LET OP
■ Als voor de grasmaaier geen geschikte brand‐
stof wordt getankt, kan de grasmaaier bescha‐
digd raken.
► Zie de gebruiksaanwijzing van de motor.
► Schakel de motor uit.
► Plaats de grasmaaier op een vlakke onder‐
grond.
► Reinig het gebied onder de brandstoftankdop
met een vochtige doek.
► Draai de brandstoftankdop (1) net zolang
linksom, totdat de brandstoftankdop kan wor‐
den weggenomen.
► Neem de brandstoftankdop weg.
► Vul brandstof bij, zodat er minstens 15 mm tot
aan de rand van de brandstoftank vrij blijft.
► Plaats de brandstoftankdop op de brandstof‐
tank.
► Draai de brandstoftankdop rechtsom en zet
deze met de hand vast.
0478-111-9649-A
De brandstoftank is afgesloten.
8
Grasmaaier voor de
gebruiker instellen
8.1
Duwstang omhoog klappen
► Schakel de motor uit.
► Trek de bougiestekker los.
► Plaats de grasmaaier op een vlakke onder‐
grond.
► Draai de stergrepen (1) los als deze zijn vast‐
gedraaid.
► Klap de duwstang (2) omhoog en let erop dat
de kabels (3) niet ingeklemd raken.
► Draai de stergrepen (1) vast aan.
De duwstang (2) is vast met de grasmaaier
verbonden.
► Druk de schakelbeugel voor maaiwerk (4)
naar de duwstang (2) en houd deze ingedrukt.
► Trek de starthandgreep (5) langzaam in de
richting van de kabelgeleider (6).
Nederlands
81