NED VERTALING VAN ORIGINELE INSTRUCTIES
A. Schakelaar.
B. Blokkeerknop.
C. Toerentalcontrole.
D. HEX13 spindel.
E. Rangkeuzehendel.
F. Roerspaan.
GEBRUIKSAANWIJZING.
Voor het starten van de mixer, raden wij u aan
zorgvuldig alle aangegeven instructies te lezen.
Respecteer alle voorschriften met betrekking tot
de preventie van ongevallen, gezondheids- en
veiligheidsrichtlijnen, wetten en toepasselijke be-
perkingen voor werkplekken. De mixer mag alleen
worden gebruikt door personen die geïnstrueerd
zijn in het gebruik ervan en uitsluitend voor de
doeleinden waarvoor deze is ontworpen.
ENERGIE VOEDING.
Zorg ervoor dat de energie voeding is aangepast
aan de op het informatiebord van de mixer eisen
(1). Bij een lage spanning zal de mixer langzaam
opereren. Hierdoor zullen de prestaties verminde-
ren en kan de motor oververhit raken.
VERLENGSNOER.
Als de werkplasts op enige afstand van de ener-
gie voeding ligt, gebruik dan een verlengsnoer van
voldoende diameter en kwaliteit.
MIXER-ROERSPAAN MONTAGE-DEMONTAGE.
Voor montage en demontage van een mixer-roers-
paan, verwijder eerst de stekker uit het stopcon-
tact. De mixer gebruikt mixer-roerspanen met een
speciaal systeem voor snelle en eenvoudige mon-
tage. Voeg een kleine hoeveelheid vet op de as
van de mixer-roerspaan. Trek de ring naar achte-
ren en steek de mixer-roerspaan as in de kop (2).
Verlos de ring. Om de mixer-roerspaan te verwij-
deren, trek de ring naar achteren en verwijder de
deze van de kop (5).
AAN- EN UITZETTEN.
Door het indrukken van de schakelaar start de mi-
xer en door het uizetten wordt deze gestopt (3).
CONTINUE WERKING.
Door het indrukken van de schakelaar en gelijkti-
jdig op de vergrendelknop te drukken wordt de
continue werking bereikt. Door het indrukken en
loslaten van de schakelaar gaat de continue wer-
king uit (4).
TOERENTAL PRE-SELECTIE.
De mixer is uitgerust met een toerentalcontrole,
waardoor twee verschillende reeksen van rotatie
snelheden kunnen worden geselecteerd, afhanke-
lijk van het type materiaal dat moet worden ge-
mengd (6). De gewenste snelheid zal afhangen
het type materiaal dat wordt gemengd, met de
aanbeveling dat eerst een test met kleine hoevee-
lheid moet worden uitgevoerd. Twee toerentalran-
ges kunnen worden geselecteerd. Range I: 200 -
480 RPM. Range II: 250 - 680 RPM.
SNELHEIDSREGELAAR.
De mixer is uitgerust met een toerentalregelaar
(7). De ideale toerental aanpassing voor elk ge-
bruik is vooral afhankelijk van de voorkeuren van
de gebruiker.
ELECTRONICSCHE PARAMETERS.
De elektronische parameters houden het toerental
tussen belast en onbelast gebruik nagenoeg cons-
tant en zorgen voor een gelijkmatige vermenging
van de materialen.
ELEKTRONISCHE OVERBELASTING
BEVEILIGING.
Indien de mixer extreem geforceerd wordt, bes-
chermt de elektronische beveiliging tegen motor
beschadigingen. In dit geval stopt de motor stopt
en start deze allen als de voedingsdruk verlaagd is.
ELEKTRONISCHE OVERVERHITTING
BESCHERMING.
Om de motor tegen oververhitting te beschermen
bij extreem permanent gebruik, wordt deze uitges-
chakeld door het elektronische beveiliging sys-
teem wanneer een kritische temperatuur wordt be-
reikt. Nadat een afkoelingsperiode van ongeveer 3
tot 5 minuten is bereikt, is de mixer weer klaar voor
gebruik op volledig toerental.
MENGSEL PROCES.
De keuze van de mixer mechanisme (roerspaan) is
bepalend voor het resultaat van het mengsel. Twee
factoren bepalen ten tijde deze beslissing: het vo-
lume dat gemengt moet worden bepaalt de diame-
ter van de mixer meganisme en het soort materiaal
definieert de geometrie van de mixer mechanisme.
MENGSEL WIJZE.
Het materiaal leidt opwaarts vanaf de bodem van
de emmer, door het midden van de mixer mega-
39
Nederlands