2.2 Aansluiting voor PE 5000 (compressorsignaal) (afb. 2)
Sluit de zwarte schakeldraad aan op één van de 220V fasen van de compressor (zie afb.2) of van de
elektromagnetische klep (ijswater), zodat de pomp functioneert wanneer het apparaat in de
koelvraag staat. De pomp wordt nu gestart op deze schakeldraad. Op het moment dat de
compressor stopt, valt het commando weg. De pomp blijft nog drie minuten werken en stopt dan.
De zwarte draad mag in geen geval direct, voor de schakelaar, worden aangesloten. Een
dergelijke aansluiting heeft tot gevolg dat de pomp continu draait (zie paragraaf 0).
2.3 Aansluiting voor PE 5100 (temperatuurverschil) (afb. 3)
Bevestig de draad rnet de blauwe signaalopnemer op de verdamper van het klimaaatregelapparaat
(uitlaat koude lucht) en de rode signaalopnemer op de zijde van de omgevingslucht. De pomp
treedt in werking vanaf een temperatuurverschil van 6°C +/- 2°C. Zolang het temperatuurverschil
groter is dan 6°C +/- 2°C, zal de pomp werken. Op het rnoment dat het temperatuurverschil onder
de 6°C +/- 2°C zakt, wordt het inschakelcommando onderbroken en blijft de pomp nog drie
minuten werken, waarna hij stopt.
Belangrijk: De temperatuurvoelers moeten in elk geval op de luchtstroom komen (Afzuiging -
Rood en luchttoevoer - Blauw) en mogen in geen geval in water ondergedompeld zijn, onderaan in
het systeem of op de koelleidingbuizen. Doet men dit toch, dan veroorzaakt men problemen of een
continu draaiende pomp (zie paragraaf 0)
2.4 Aansluiting voor PE5200 (vlottermodule) (afb. 4)
Sluit vlotterkabel aan op pomp: de vlotter is voorzien van een hoogwater alarmsignaal.
Belangrijk: voor de aansluiting van het alarm is er een NC wisselcontact, met
onderbrekingsvermogen van 8A/250V Ohmse weerstand.
Dit contact kan gebruikt worden om de koelproductie te onderbreken of/en een geluid/ visueel
alarm te schakelen indien een hoogwaterniveau zich voordoet en kan daarmee overstroming
voorkomen.
3. WATERZIJDIGE AANSLUITING
3.1 Aanzuigzijde voor PE 5000 en PE 5100 (afb. 2 .3)
Aanvoer direct op de pomp
De aanzuig van de pomp moet door middel van de bijgeleverde rubbermof, verloop-stuk en de
6 mm slang verbonden worden met de afvoer van de condensbak. Sluit deze zuigslang aan op
de aanzuigzijde van de pomp (op het deksel aangegeven met een Δ) en
zet de aansluiting vast met behulp van meegeleverde slangklem.
3.2 Aanzuigzijde voor PE 5200 (afb. 4)
a) Aanvoer naar vlottermodule
Verbind de vlottermodule door middel van de rubbermof (bijgeleverd) met de afvoertuit van
de condensbak.
b) Verbinding vlottermodule met de pomp
Verbind de vlottermodule door middel van 6 mm. slang met de pomp. Sluit deze zuigslang aan
op de aanzuigzijde van de pomp (op het deksel aangegeven met een Δ) en