Nederlands
ONDERHOUD EN INSPECTIE
Na gebruik voert u de vereiste inspecties en het onderhoud
van de onderdelen uit voordat u het gereedschap opbergt.
WAARSCHUWING
Tijdens onderhoud en inspectie altijd het gereedschap
uitschakelen en de accu van het gereedschap
losmaken. Haal ook de stroomstekker van de oplader uit
het stopcontact.
LET OP
Draag altijd handschoenen wanneer u de zaagketting
aanraakt.
1. Inspectie van zaagkettingen
○ Inspecteer de zaagketting regelmatig. Bij een abnormale
situatie vervangt u de zaagketting door een nieuwe
zoals beschreven in "Aanbrengen (vervangen) van de
zaagketting".
○ Inspecteer de kettingspanning en controleer of de
ketting correct is aangebracht.
○ Stop met het gebruik van het gereedschap wanneer de
zaagketting bot wordt en slijp de zaagketting vervolgens
zoals beschreven in "Slijpen van het kettingblad".
○ Smeer de zaagketting en de zwaarden na gebruik
zorgvuldig met olie om roest te voorkomen.
OPMERKING
Voor het reinigen van de zijkap, het tandwiel, de
kettingolie-uitloop en de geleiderbalk, zie de procedure
„Zaagketting installeren (vervangen)" en verwijder de
zaagketting.
2. Reinigen van de zijkap en het tandwiel (Afb. 36)
Reinig en verwijder alle spaanders of stof die in de
onderdelen zijn achtergebleven.
3. Reinigen van de kettingolietuit (Afb. 37)
Verwijder de zijafdekking en het zwaard alvorens de
kettingolietuit te reinigen.
4. Reinigen van het zwaard (Afb. 38)
Wanneer zich zaagsel en andere verontreinigingen in de
groef van het zwaard of de olietuit hebben opgehoopt,
kan er geen olie stromen met mogelijk een defect van
het gereedschap tot gevolg.
Verwijder het zwaard en veeg eventueel zaagsel in de
groef na gebruik weg en ook wanneer de zaagketting
wordt vervangen. (Zie "Aanbrengen (vervangen) van de
zaagketting".)
5. Reinigen van de kettingrem (Afb. 39)
Gebruik een borstel om spaanders uit de opening naar
de zaagbehuizing te verwijderen.
6. De kettingvanger inspecteren (Afb. 40)
De kettingvanger is ontworpen om te voorkomen dat
de gebruiker wordt geraakt door de zaagketting als de
ketting losraakt of breekt.
De kettingvanger is geïntegreerd in de zijkap.
Controleer of de kettingvanger niet beschadigd is.
7. Inspectie van bevestigingsschroeven
Kontroleer deze schroeven regelmatig om te verzekeren
dat ze goed aangedraaid zijn. Draai loszittende
schroeven onmiddellijk vast. Dit om ongelukken te
voorkomen.
8. Onderhoud van de motor
De motorwikkeling is het "hert" van het electrishce
gereedschap.
Er moet daarom bijzonder zorgvuldig op gelet worden,
dat de wikkeling niet beschadigd en/or met olie or water
bevochtigd wordt.
9. Het schoonmaken van het accucompartiment en de
accu (Afb. 41)
Gebruik een borstel of luchtspuitpistool om spaanders of
stof te verwijderen en houd de zaag schoon.
OPMERKING
○ Als spaanders en stof zich tijdens het gebruik ophopen,
kan de accu eraf vallen of kunnen andere ongelukken
ontstaan.
Als spaanders en stof zich ophopen, kan dit ook leiden
tot storingen, waaronder een defect contact tussen de
accu en de aansluitingen.
○ Controleer na het reinigen of de accu gemakkelijk
kan
worden
losgemaakt
gereedschapsbehuizing kan worden bevestigd.
10. Reiningen van de behuizing
Wanneer de kettingzaagmachine vuil is, kunt u deze
reinigen met een zachte doek of een doek bevochtigd
met zeepwater. Gebruik geen oplosmiddelen op
chloorbasis, benzine of witte spiritus want deze middelen
kunnen het plastic aantasten.
11. Opslag
○ Reinig alle onderdelen grondig. Bedek metalen
onderdelen met een dunne laag corrosieremmer.
○ Repareer beschadigde delen voor het opbergen.
○ Bij het opbergen van het gereedschap de onderdelen
reinigen en het vereiste onderhoud verrichten, en de
kettingkast op het zwaard aanbrengen.
○ Bewaar de kettingzaagmachine op een plaats waar de
temperatuur niet hoger is dan 40°C en buiten het bereik
van kinderen.
OPMERKING
Opbergen van lithium-ion accu's
Zorg dat de lithium-ion accu volledig is opgeladen
voordat u deze opbergt.
Langdurig opbergen (3 maanden of langer) van een accu
die bijna leeg is kan resulteren in slechtere prestaties,
een sterke afname van de gebruiksduur van de accu en
ook is het mogelijk dat de accu niet meer opgeladen kan
worden.
Een sterke afname van de gebruiksduur van de accu
kan soms wel weer verholpen worden door de accu
herhaaldelijk, van twee- tot vijfmaal, op te laden en te
gebruiken.
Als de gebruiksduur van de accu zeer kort blijft nadat
deze meerdere malen is opgeladen en gebruikt, is
de accu versleten en dient u een nieuwe accu aan te
schaff en.
LET OP
Bij gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
dienen de in het land waar u zich bevindt geldende
veiligheidsregelgeving en veiligheidsstandaarden stipt
te worden opgevolgd.
70
en
opnieuw
op
de