(1) Afspelen van mappen of
bestanden
1. Plaats een CD die MP3-bestanden bevat.
2. [ Een map selecteren ]
q Druk in de stopstand op de FOLDER-toets @2 om
de mapindicator "FOLDER" te doen oplichten.
w Draai aan de keuzeknop !0 om de map te
selecteren die u wilt beluisteren.
• De naam van de map rolt over het display.
e Wanneer u op dat moment de CUE-toets o
indrukt, kunnen de bestanden in de map worden
geselecteerd.
• Volg
de
stappen
onder
Een
selecteren "En bestand selecteren".
[ Een bestand selecteren ]
q Druk in de stopstand op de TITLE-toets @1 om de
bestandsindicator "FILE" te doen oplichten.
Deze bewerking is alleen nodig wanneer de
mapindicator "FOLDER" brandt.
w Draai aan de keuzeknop !0 om het bestand te
selecteren dat u wilt beluisteren.
• De naam van het bestand rolt over het display.
) y.
3. Druk op de PLAY-toets (
1
Wanneer de TIME-toets @0 wordt ingedrukt
tijdens de weergave, verdwijnt de map- of
bestandsindicator "FOLDER" of "FILE" en
verschijnen het tracknummer en de verstreken
tijd van de track op het display.
Het display verandert als volgt telkens wanneer de
@1 wordt
TITLE-toets
ingedrukt
tijdens
weergave:
Naam van bestand (bestandsindicator "FILE") licht op.)
Naam van titel (titelindicator "TITLE") licht op.)
Naam van artiest (artiestindicator "ARTIST") licht op.)
Naam van album (albumindicator "ALBUM") licht op.)
Verstreken tijd van huidige track
72
NEDERLANDS
(2) Geprogrammeerde weergave
van mappen of bestanden
Gebruik deze functie om bepaalde tracks van de CD
te selecteren en ze in een bepaalde volgorde te
programmeren.
Maximaal 99 bestanden en mappen kunnen worden
geprogrammeerd. (Programma's kunnen zowel
bestanden als mappen bevatten.)
2 Programmeren
1. Druk op de toets PROGRAM IN !8 .
• De indicator "PROG" knippert en "---Select?"
verschijnt op het display.
bestand
2. [ Een map selecteren ]
q Druk op de FOLDER-toets @2 om de
mapindicator "FOLDER" te doen oplichten.
w Draai aan de keuzeknop !0 om de map te
selecteren.
e Druk op de keuzeknop !0 om de map in te
voeren.
[ Een bestand selecteren ]
q Druk
op
de
TITLE-toets
bestandsindicator "FILE" te doen oplichten.
Deze bewerking is alleen nodig wanneer de
mapindicator "FOLDER" brandt.
w Draai aan de keuzeknop !0 om het bestand te
selecteren.
e Druk op de keuzeknop !0 om het bestand in te
voeren.
3. Om de volgende map of het volgende bestand in
de
te voeren, drukt u nogmaals op de keuzeknop !0 .
• Herhaal stappen 1, 2 en 3 om de map of het
bestand
in
de
gewenste
programmeren.
4. Druk op de toets PROGRAM IN !8 om de
programma-invoerstand af te sluiten.
• De indicator "PROG" licht op en de normale
stand wordt opnieuw ingesteld.
2 Programma wijzigen
1. Druk op de toets PROGRAM IN !8 om de
programma-invoerstand in te stellen.
• De indicator "PROG" knippert.
2. Draai
aan
de
keuzeknop
programmastap te selecteren.
3. Druk op de keuzeknop !0 om het programma te
bewerken.
4. Draai aan de keuzeknop !0 om de map of het
bestand te wijzigen. (Volg de procedure
beschreven
onder
"Map
"Bestand selecteren".)
5. Druk op de keuzeknop !0 om de map of het
bestand in te voeren.
• Om de volgende map of het volgende bestand
te bewerken, drukt u nogmaals op de
keuzeknop !0 .
• Herhaal stappen 2, 3, 4 en 5 om de map of het
bestand te wijzigen.
6. Druk op de toets PROGRAM IN !8 om de
programmabewerkingsstand af te sluiten.
@1
om
de
2 Map of bestand in een programma invoegen
1. Druk op de toets PROGRAM IN !8 om de
programma-invoerstand in te stellen.
• De indicator "PROG" knippert.
2. Draai aan de keuzeknop !0 om de positie te
selecteren waar u een map of een bestand wilt
invoegen.
3. Druk op de toets SEARCH (
programma-invoegstand in te stellen.
4. Draai aan de keuzeknop !0 om de map of het
volgorde
te
bestand in te voegen. (Volg de procedure
beschreven
onder
"Map
"Bestand selecteren".)
5. Druk op de keuzeknop !0 om de map of het
bestand in te voeren.
• De map of het bestand dat overeenkomt met
dat nummer, wordt vóór de map of het
bestand van stap 2 in het programma
ingevoegd.
• Om meerdere mappen of bestanden in te
voegen, drukt u nogmaals op de keuzeknop
!0 .
• Herhaal stappen 2, 3, 4, en 5 om de tracks in
te voegen.
6. Druk op de toets PROGRAM IN !8 om de
programmabewerkingsstand af te sluiten.
2 Map of bestand uit een programma wissen
1. Druk op de toets PROGRAM IN !8 om de
programma-invoerstand in te stellen.
• De indicator "PROG" knippert.
2. Draai aan de keuzeknop !0 om de positie te
selecteren waar u een map of bestand wilt
wissen.
3. Druk op de toets SEARCH (
of het bestand te wissen.
• Herhaal stappen 2 en 3 om meerdere mappen
of bestanden te wissen.
!0
4. Druk op de toets PROGRAM IN !8 om de
om
de
programmabewerkingsstand af te sluiten.
2 Weergave van de programma's
1. Druk op de toets PROG. PLAY !7 om de
geprogrammeerde-weergavestand in te stellen.
• Het lampje voor geprogrammeerde weergave
selecteren"
of
licht op.
• Het eerste bestand in het programma wordt
opgezocht
en
de
ingesteld.
2. Druk op de toets PLAY (
• De geprogrammeerde weergave begint.
OPMERKING:
• Programmeren is niet mogelijk terwijl de CD-
houder open is.
2 Voorkiezen van programma's
• Programma's kunnen worden opgeslagen in het
voorkeuzegeheugen. Wanneer u een CD plaatst
waarvoor een programma is voorgekozen, wordt
automatisch
de
weergavestand ingesteld.
• U kunt programma's opslaan voor maximaal drie
CD's.
) !2 om de
1. Volg de stappen onder "Programmeren" om een
7
programma in te voeren.
2. Volg de stappen onder "(2) Voorkeuzeprocedure"
om de voorkeuzestand in te stellen. (Zie bladzijde
75.)
selecteren"
of
3. Draai aan de keuzeknop !0 om "02:Prg1" (of
"03:Prg2" of "04:Prg3") te selecteren.
4. Druk op de keuzeknop !0 .
• Het letterdisplay verandert als volgt:
[Voor wijziging]
⇒
Prg1 OFF
⇒
Prg2 OFF
⇒
Prg3 OFF
5. Druk op de STOP-toets (
• De voorkeuzestand wordt geannuleerd en het
toestel
keert
terug
weergavestand.
• Om een CD met voorgekozen programma
weer te geven:
Load Plaats een CD waarvoor een programma
is voorgekozen.
6. Druk op de PLAY-toets (
) !1 om de map
6
stand-bystand
wordt
) y.
1
geprogrammeerde-
[Na wijziging]
Prg1 ON
Prg2 ON
Prg3 ON
) u.
2
naar
de
normale
) y.
1