veroorzaken. Enkele voorbeelden van deze
chemische bestanddelen zijn verbindingen die
gevonden worden in pesticiden, insecticiden,
meststoffen en herbiciden. Het gevaar van
blootstelling hangt af van hoe vaak u dit soort
werk uitvoert. Om blootstelling aan deze che-
micaliën tot een minimum te beperken, dient u
in een goed geventileerde omgeving te werken
en gebruik te maken van goedgekeurde veilig-
heidsmiddelen zoals stofmaskers die speciaal
ontworpen zijn voor het filtreren van microsco-
pische deeltjes.
Elektrische veiligheid en accu
1.
Stel het gereedschap niet bloot aan regen of
natte omstandigheden. Als water binnendringt
in het gereedschap, wordt de kans op een elektri-
sche schok groter.
2.
Gebruik het gereedschap niet als het niet kan
worden in- en uitgeschakeld met de schake-
laar. Ieder gereedschap dat niet met de schake-
laar kan worden bediend is gevaarlijk en moet
eerst worden gerepareerd.
3.
Voorkom onbedoeld starten. Controleer dat de
schakelaar in de uit-stand staat alvorens de
accu aan te brengen, het gereedschap op te
pakken of te dragen. Door het gereedschap te
dragen met uw vinger op de schakelaar, of door
het gereedschap op een voeding aan te sluiten
terwijl de schakelaar aan staat, neemt de kans op
ongevallen sterk toe.
4.
Vermijd gevaarlijke omgevingen. Gebruik het
gereedschap niet op vochtige of natte plaatsen
en stel het niet bloot aan regen. Als water bin-
nendringt in het gereedschap, wordt de kans
op een elektrische schok groter.
5.
Werp de accu('s) niet in een vuur. De accu kan
exploderen. Raadpleeg de lokale regelgeving voor
mogelijke speciale verwerkingsvereisten.
6.
Open of vervorm de accu('s) niet. Het elektrolyt
is agressief en kan letsel toebrengen aan de ogen
en huid. Het kan giftig zijn bij inslikken.
7.
Laad de accu niet op in de regen of op een
natte plaats.
8.
Laad alleen op met de acculader aanbevolen
door de fabrikant. Een acculader die geschikt
is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar
opleveren indien gebruikt met een ander type
accu.
9.
Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend
met de daarvoor bestemde accu. Als u een
andere accu erin gebruikt, kan dit leiden tot per-
soonlijk letsel of brand.
10. Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze
uit de buurt van metalen voorwerpen zoals
paperclips, muntgeld, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwer-
pen die een kortsluiting kunnen veroorzaken
tussen de accupolen. Kortsluiting tussen de
accupolen kan leiden tot brandwonden of brand.
11.
Onder zware gebruiksomstandigheden kan
vloeistof uit de accu komen. Voorkom aanra-
king. Als u er per ongeluk mee in aanraking
komt, spoelt u het er met water af. Als de vloei-
stof in uw ogen komt, raadpleegt u een arts.
Vloeistof uit de accu kan irritatie en brandwonden
veroorzaken.
In gebruik nemen
1.
Alvorens het gereedschap te monteren of af te
stellen, verwijdert u de accu.
2.
Voordat u de accu aanbrengt, inspecteert u
het gereedschap op beschadigingen, losse
schroeven/moeren en verkeerde montage. Als
het snijgarnituur verbogen of beschadigd is,
vervangt u het. Controleer of alle bedienings-
hendels en -schakelaars gemakkelijk kunnen
worden bediend. Maak de handgrepen schoon
en droog.
3.
Probeer nooit het gereedschap in te schakelen
als het beschadigd of nog niet volledig gemon-
teerd is. Anders kan ernstig letsel ontstaan.
4.
Stel het schouderdraagstel en de handgreep af
op de lichaamsgrootte van de gebruiker, indien
verstelbaar.
Wanneer u een accu aanbrengt, controleert
5.
u of het snijgarnituur uw lichaam en andere
voorwerpen, zoals de grond, niet raakt. Dit kan
bij het inschakelen gaan draaien en persoonlijk
letsel, schade aan het gereedschap en/of materi-
ele schade veroorzaken.
6.
Verwijder alle afstelsleutels en tangen voordat
u het gereedschap inschakelt. Een accessoire
dat nog aan een draaiend deel van het gereed-
schap vastzit, kan persoonlijk letsel veroorzaken.
7.
Het snijgarnituur moet zijn uitgerust met een
beschermkap. Gebruik het gereedschap nooit
met een beschadigde beschermkap of zonder
aangebrachte beschermkap!
8.
Verzeker u ervan dat er geen elektriciteitska-
bels, waterleidingen, gasleidingen, enz. zijn
die een gevaarlijke situatie zouden kunnen
veroorzaken als ze worden beschadigd door
het gebruik van dit gereedschap.
De toestand van het snijgarnituur, de vei-
9.
ligheidsmiddelen en de schouderriem moet
worden gecontroleerd voor aanvang van de
werkzaamheden.
Gebruik
1.
In geval van nood zet u het gereedschap
onmiddellijk uit.
2.
Als u tijdens gebruik een ongebruikelijke situ-
atie opmerkt (bijv. geluid, trillingen), schakelt
u het gereedschap uit en verwijdert u de accu.
Gebruik het gereedschap niet meer totdat de
oorzaak is opgespoord en verholpen.
3.
Het snijgarnituur blijft nog een korte tijd
draaien nadat het gereedschap is uitgescha-
keld. Raak het snijgarnituur niet onmiddellijk
aan.
4.
Draag tijdens gebruik het schouderdraagstel
indien dit is geleverd bij het gereedschap.
Houd het gereedschap stevig tegen uw
rechterzij.
5.
Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige
stand en goede lichaamsbalans. Kijk uit voor
verborgen obstakels, zoals boomstronken,
boomwortels en greppels, om te voorkomen
64 NEDERLANDS