volledig tegen elkaar aangebracht.
Voor grotere diktes dient een afstand van
0,5–4 mm te worden gekozen. De ideale
afstand is afhankelijk van het gelaste materi-
aal (aluminium c.q. staal), de samenstelling
van het materiaal en de gekozen lasme-
thode. Deze afstand dient aan een proef-
werkstuk te worden bepaald.
Vlakke stompnaadverbindingen
Lassen moeten zonder onderbreking en met
voldoende indringdiepte worden uitge-
voerd, daarom is een goede voorbereiding
uitermate belangrijk. De kwaliteit van het
lasresultaat wordt beïnvloed door: de stroom-
sterkte, de afstand tussen de lasranden, de
helling van de toorts en de diameter van de
lasdraad. Hoe steiler de toorts tegenover
het werkstuk wordt gehouden, hoe hoger de
indringdiepte is en omgekeerd.
S
Om vervormingen die tijdens de materiaal-
behandeling kunnen optreden, te voorkomen
of te beperken, is het goed om de werkstuk-
ken met een voorziening vast te zetten. Het
dient te worden vermeden om de gelaste
structuur te verstijven, zodat breuken in de
las worden vermeden. Deze moeilijkhe-
den kunnen worden beperkt, wanneer de
mogelijkheid bestaat om het werkstuk zo
te draaien dat de las in twee tegenoverge-
stelde doorvoeren kan worden geleid.
Lasverbindingen aan de buitenhoek
Dit type voorbereiding is zeer eenvoudig
(afb. T, U).
T
U
Bij dikkere materialen is dit echter niet meer
geschikt. In dit geval is het beter om een
verbinding zoals hieronder voor te bereiden,
waarbij de rand van een plaat wordt afge-
schuind (afb. V).
V
Hoeklasverbindingen
Een hoeklas ontstaat wanneer de werkstuk-
ken loodrecht ten opzichte van elkaar staan.
De naad moet de vorm hebben van een
gelijkzijdige driehoek en een kleine keel-
hoogte (afb. W, X).
63
NL/BE