verkeerde plaats maakt, kan dit ertoe leiden dat de boom
u of de machine raakt zodat u de controle verliest. In
beide gevallen kunt u ernstig gewond raken.
6
Wanneer u zich verplaatst moet de ketting
vergrendeld worden met de kettingrem en moet de
motor uitgeschakeld worden. Draag de
motorkettingzaag met het zaagblad en de ketting naar
achter gericht. Als het om een langere verplaatsing
gaat, moet u de zaagbladbescherming gebruiken.
7
Wanneer u de motorzaag op de grond plaatst, moet u
de ketting met de kettingrem blokkeren en ervoor
zorgen dat u de machine in de gaten kunt houden. Als
de motorzaag een langere tijd "geparkeerd" wordt,
moet u de motor uitzetten.
Basisregels
1
Door te begrijpen wat terugslag is en hoe het
veroorzaakt wordt, kunt u het verrassingseffect
reduceren of elimineren. Het verrassingseffect verhoogt
het ongevalsrisico. De meeste terugslagen zijn klein,
maar sommige kunnen bliksemsnel en erg krachtig zijn.
2
Hou de motorzaag altijd stevig vast met uw
rechterhand op het achterste handvat en uw linker
handvat op het voorste handvat. Plaats uw duimen en
vingers rond de handvatten. Iedereen, of men nu
rechts- of linkshandig is, moet de motorzaag op deze
manier vastgrijpen. Want dit is de beste greep om het
terugslageffect te reduceren en de controle over de
motorzaag te behouden. Laat de handvatten niet los!
3
De meeste terugslagongevallen gebeuren bij het
snoeien. Zorg ervoor dat u stevig staat en dat er niets
op de grond ligt waarover u kunt struikelen of uw
evenwicht kunt verliezen.
ARBEIDSTECHNIEK
4
5
6
Door onoplettendheid kan de terugslagrisico-sector
van de motorzaag onopzettelijk een tak, een boom in
de buurt of een ander voorwerp raken, en terugslag
veroorzaken.
Zorg dat u controle over het werkstuk hebt. Als de
stukken, die u zaagt, klein en licht zijn kunnen ze in de
ketting vastraken en naar u geworpen worden. Al
hoeft dit op zich niet gevaarlijk te zijn, u kunt erdoor
verrast worden en de controle over de zaag verliezen.
Zaag nooit opgestapelde stammen of takken zonder
ze eerst uit elkaar te trekken. Zaag slechts een stam
of een stuk per keer. Verwijder de afgezaagde stukken
om uw werkterrein veilig te houden.
Gebruik de motorzaag nooit hoger dan
schouderhoogte en zaag niet met de tip van het
zaagblad. Zaag nooit wanneer u de motorzaag
slechts met één hand vasthoudt!
Om volledige controle te hebben over uw
motorkettingzaag is het noodzakelijk dat u stabiel
staat. Werk nooit terwijl u op een trap staat, hoog in
een boom of op plaatsen waar u geen stabiele
ondergrond hebt om op te staan.
Zaag met een hoge kettingsnelheid, d.w.z. met
volgas.
–
Dutch
103