ficeerd en afgesloten werden. De micro
CA‑350x‑inspectiecamera is niet explo‑
sieveilig en kan vonken genereren;
• Een ordelijke, effen, stabiele, droge plaats
voor de operator. Gebruik de inspectieca‑
mera niet terwijl u in water staat.
2. Onderzoek de te inspecteren zone of ruimte
om te bepalen of de micro CA‑350x‑inspec‑
tiecamera het juiste gereedschap is om de
klus te klaren.
• Bepaal de toegangspunten tot de
ruimte. De kleinste opening waar de
camera kop door kan, bedraagt onge‑
veer
/
" (19 mm) in diameter voor de
3
4
17 mm‑camerakop.
• Bepaal de afstand tot de zone die moet
worden geïnspecteerd. Met verlengka‑
bels kunt u het bereik van de camera
vergroten tot 30' (9 m).
• Controleer of er obstakels zijn die erg
scherpe bochten in de kabel noodza‑
kelijk maken. De inspectiecamera kan
bochten met een minimum straal tot
5" (13 cm) nemen zonder beschadi‑
ging.
• Controleer of de te inspecteren zone
van stroom wordt voorzien. Zo ja,
moet de stroomvoorziening van die
zone worden uitgeschakeld om het
risico van elektrocutie te beperken.
Gebruik aangepaste vergrendelings‑
procedures om te voorkomen dat de
stroom opnieuw wordt ingeschakeld
tijdens de inspectie.
• Ga na of u tijdens de inspectie op
vloeistoffen zult stoten. De kabel en
camera kop zijn waterdicht tot een
diepte van 10' (3 m). Grotere dieptes
kunnen lekkage in kabel en camer‑
akop veroorzaken met het risico van
een elektrische schok of beschadiging
van het apparaat. De displayeenheid
met handvat is waterdicht (IP54) maar
mag niet in water worden onderge‑
dompeld.
• Ga na of er eventueel chemicaliën aan‑
wezig zijn, zeker als het om afvoerlei‑
dingen gaat. Het is belangrijk dat u de
specifieke veiligheidsmaatregelen be‑
grijpt die noodzakelijk zijn om te wer‑
ken in aanwezigheid van chemicaliën.
Contacteer de chemicaliënfabrikant
voor de vereiste informatie. Chemica‑
liën kunnen de inspectiecamera be‑
schadigen of aantasten.
micro CA-350x-inspectiecamera
• Bepaal de temperatuur van de zone en
de voorwerpen in de zone. Zie Specifi-
caties. Gebruik bij temperaturen bui‑
ten dit bereik of contact met hetere of
koudere items kan schade aan de ca‑
mera veroorzaken.
• Controleer of de te inspecteren zone be‑
wegende onderdelen bevat. Zo ja, moe‑
ten die onderdelen worden uitgescha‑
keld om beweging tijdens de inspectie
te voorkomen en het risico van verstrik‑
king te beperken. Gebruik aangepaste
vergrendelingsprocedures om te voor‑
komen dat de onderdelen tijdens de
inspectie opnieuw in beweging komen.
Als de micro CA‑350x‑inspectiecamera niet het
juiste apparaat is voor de betreffende toepas‑
sing, kunt u altijd bij RIDGID terecht voor andere
inspectieapparatuur. Voor een complete lijst van
RIDGID‑producten, zie de RIDGID‑catalogus, on‑
line op RIDGID.com.
3. Vergewis u ervan dat de micro CA‑350x‑
inspectiecamera voor elk gebruik gron‑
dig is gecontroleerd.
4. Installeer de juiste hulpstukken voor de
toepassing.
Gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING
Draag altijd een beschermbril om uw ogen
te beschermen tegen vuil en andere vreem‑
de elementen.
Volg de bedieningsinstructies om het risico
van letsel door een elektrische schok, ver‑
strikking of andere oorzaken te beperken.
1. Vergewis u ervan dat de inspectiecamera
correct is afgesteld, de werkplek goed is
ingericht en u niet kunt worden afgeleid
door omstanders of andere zaken.
2. Houd de aan/uit‑knop gedurende twee
seconden ingedrukt. De lampjes van de
camerakop moeten aangaan, en vervol‑
gens moet er een splash‑scherm ver‑
schijnen. Dat scherm vertelt u dat het ap‑
paraat wordt gestart. Zodra het product
klaar is voor gebruik, wordt automatisch
het livescherm weergegeven.
83