11 Met de motorzeis werken
11.4
Motorzeis vasthouden en gelei‐
den
1
2
► Ophangstrip (2) in de karabijnhaak (1) haken.
► Motorzeis met de rechterhand op de bedie‐
ningshandgreep zo vasthouden dat de duim
om de bedieningshandgreep valt.
► Houd de motorzeis met de linkerhand op de
handgreep zo vast dat de duim om de hand‐
greep valt.
11.5
Maaien
De afstand van het snijgarnituur ten opzichte van
de grond bepaalt de maaihoogte.
Maaien met maaikop (A)
► De motorzeis gelijkmatig heen en weer bewe‐
gen.
► Langzaam en gecontroleerd in voorwaartse
richting lopen.
Maaien met een grassnijblad of een slagmes (B)
► Met het linkerdeel van het metalen snijgarni‐
tuur maaien.
► Loop langzaam en gecontroleerd in voor‐
waartse richting.
0458-856-7601-A
A
11.6
Kappen met een slagmes of
hakselmes
► Plaats het metalen snijgarnituur van bovenaf
in het struikgewas.
► Til het metalen snijgarnituur niet boven de
heupen.
11.7
Zagen met een cirkelzaagblad:
► Linkerzijde van de beschermkap tegen de
stam laten rusten.
► De stam met vol gas in één zaagsnede door‐
zagen.
► Een veiligheidsafstand van minimaal 2 boom‐
lengten tot het volgende werkgebied in acht
nemen.
B
11.8
Maaidraad bijstellen
11.8.1
Maaidraden op de maaikoppen Auto‐
Cut bijstellen
► Met de draaiende maaikop even de grond
aantippen.
De maaidraad wordt circa 30 mm langer. Het
afkortmes in de beschermkap kort de maai‐
draad automatisch op de juiste lengte af.
2
Nederlands
1
19