4.
Neem het schoudergedeelte van de 3-punts autogordel en leid deze om
de achterkant van het zitje in de schoudergordelhaak. Zorg ervoor dat
deze in zijn geheel door de schoudergordelhaak loopt. (1, 2)
5.
Trek het schoudergedeelte van de autogordel strak aan door eraan te
trekken. Houd met je andere hand het zitje op zijn plek. (3)
6.
Laat de draagbeugel omhoog staan in de draagpositie en laat het
binnendeel van het zitje rechtop staan in de zitpositie (NIET in de vlakke
ligpositie). (4, 5, 6)
7.
Wanneer je het zitje op de achterstoel hebt geïnstalleerd: verplaats
de voorstoel naar achteren zodat deze het zitje licht raakt. Als dit niet
mogelijk is, verplaats de voorstoel dan naar voren om zo veel mogelijk
ruimte tussen het zitje en de voorstoel te creëren, bij voorkeur ten
minste 25 cm.
1
4
2
5
3
6
BeSafe Go Beyond | 109