Zagen met een "duwende" ketting betekent een groter
risico op terugslag. Zie instructies in het hoofdstuk
Maatregelen die terugslag voorkomen.
Benamingen
Zagen = Algemene benaming voor zagen door hout.
Snoeien = Takken van een gevelde boom afzagen.
Splijten = Wanneer het voorwerp dat u door/af wilt zagen
afbreekt voor u de hele zaagsnede aangebracht heeft.
Voor het zagen moet u rekening houden met vijf erg
belangrijke factoren:
1
De snijuitrusting mag niet vastgeklemd worden in de
motorzaagsnede.
2
Het zaagvoorwerp mag niet splijten.
3
De ketting mag tijdens en na het zagen niet in contact
komen met de grond of een ander voorwerp.
4
Bestaat er risico op terugslag?
5
Kunt u op deze grond en in deze omgeving veilig
gaan en staan?
Dat de ketting wordt vastgeklemd of dat het
zaagvoorwerp splijt is te wijten aan twee oorzaken:
welke steun het zaagvoorwerp voor en na het zagen
heeft en of het zaagvoorwerp onder spanning staat.
De eerder genoemde ongewenste verschijnselen
kunnen in de meeste gevallen voorkomen worden door
het zagen in twee stappen uit te voeren: vanaf de boven-
en de onderkant. Het gaat erom de "wil" van het
zaagvoorwerp om de ketting vast te klemmen of te
splijten, te neutraliseren.
BELANGRIJK! Als de ketting wordt vastgeklemd in de
motorzaagsnede: schakel de motor uit! Probeer de
motorkettingzaag niet los te trekken. Als u dit doet kunt
u zich verwonden aan de ketting wanneer de
motorzaag plotseling loskomt. Gebruik een hefboom
om de motorkettingzaag los te maken.
Hieronder volgt een theoretische beschrijving van hoe
de meeste voorkomende situaties waarmee de
gebruiker van een motorkettingzaag te maken krijgt,
gehanteerd moeten worden.
Snoeien
Bij het snoeien van dikkere takken moet men dezelfde
principes toepassen als bij het zagen.
Zaag moeilijke takken stukje voor stukje af.
Zagen
WAARSCHUWING! Probeer nooit te
!
zagen in stammen als ze opgestapeld
liggen of wanneer een paar stammen
dicht bij elkaar liggen. Dergelijke
handelwijzen vergroten het risico van
terugslag aanzienlijk, wat kan leiden tot
ernstig of levensbedreigend letsel.
Als u een stapel stammen heeft, moet iedere stam die u
wilt zagen, van de stapel af, op een zaagbok of -tafel
worden gelegd en apart worden doorgezaagd.
Verwijder de doorgezaagde stukken uit het werkterrein.
Door ze in het werkterrein te laten liggen, vergroot u
458 – Dutch
ARBEIDSTECHNIEK
zowel het risico om per ongeluk terugslag te krijgen als
het risico om uw balans te verliezen terwijl u werkt.
De stam ligt op de grond. Er bestaat geen risico dat de
ketting wordt vastgeklemd of dat de stam splijt. Het risico
dat de ketting na het doorzagen de grond raakt, is echter
wel groot.
Zaag van boven naar beneden door de hele stam. Wees
voorzichtig op het einde van de motorzaagsnede zodat u
voorkomt dat de ketting de grond raakt. Blijf vol gas
geven maar wees bereid om te reageren indien dit nodig
mocht zijn. (36)
Als dit mogelijk is (kan de stam geroteerd worden?) zaag
de stam dan voor 2/3 door.
Roteer de stam zo dat de resterende 1/3 van bovenaf
kunt zagen.
De stam wordt aan één kant ondersteund. Groot risico
op splijten.
Begin met van onder naar boven te zagen (ca. 1/3 van
de stamdiameter).
Zaag de stam daarna van boven naar beneden door
zodat de twee zaagsneden elkaar ontmoeten.
De stam wordt aan beide kanten ondersteund. Groot
risico dat de ketting wordt vastgeklemd.
Begin met van onder naar boven te zagen (ca. 1/3 van
de stamdiameter).
Zaag de stam daarna van boven naar beneden door
zodat de twee zaagsneden elkaar ontmoeten.
Veltechniek
BELANGRIJK! Voor het vellen van een boom is veel
techniek vereist. Een onervaren
motorkettingzaaggebruiker mag geen bomen vellen
met de motorzaag. Voer nooit taken uit waarvoor u niet
voldoende gekwalificeerd bent!
Veiligheidsafstand
De veiligheidsafstand tussen de boom die geveld zal
worden en de dichtstbijzijnde werkplek moet ten minste 2
1/2 boomlengtes bedragen. Zorg ervoor dat niemand zich
voor en tijdens het vellen in deze "risicozone" bevindt. (37)
Velrichting
Bij het vellen van bomen is het de bedoeling dat de boom
zo geveld wordt dat het snoeien en het doorzagen van de
gevelde boom in zulk "eenvoudig" terrein als mogelijk
kan gebeuren. U moet er veilig kunnen gaan en staan.
Nadat u bepaald heeft in welke richting u wilt dat de
boom valt, moet u ook beoordelen wat de natuurlijke
valrichting van de boom is.
Die wordt bepaald door de volgende factoren:
•
•
•
•
•
•
Helling
Hoe gebogen de boom is
Windrichting
Takkenconcentratie
Eventueel gewicht van de sneeuw op de boom
Obstakels binnen de reikwijdte van de boom: bijv.
andere bomen, elektriciteitsleidingen, wegen en
gebouwen.
5451868-52 Rev. 2 2008-12-19