KENMERKEN
OIL ALERT-SYSTEEM (betreffende uitvoeringen)
Het Oil Alert-systeem is bedoeld om motorschade te voorkomen als
er te weinig olie in het carter aanwezig is. Al voordat het oliepeil in
het carter beneden een veilige grenswaarde daalt, schakelt het Oil
Alert-systeem automatisch de motor uit (de motorschakelaar blijft in
de stand AAN).
Als de motor stopt en niet meer wil starten, moet u het
motoroliepeil controleren (zie pagina 8) voordat u probeert
problemen in andere delen op te lossen.
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF
IS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR?
Voor uw eigen veiligheid, een goede naleving van de
milieuvoorschriften en een maximale levensduur van uw apparatuur
is het van groot belang dat u even de tijd neemt om de conditie van
de motor te controleren voordat u de motor inschakelt. Los
eventuele gevonden problemen op of laat ze door uw
onderhoudsdealer verhelpen voordat u de motor weer gebruikt.
Als u onderhoud aan deze motor verkeerd uitvoert of
een storing niet verhelpt voordat u de motor gebruikt,
kunt u een defect veroorzaken waarbij u ernstig of
dodelijk letsel oploopt.
Voer voorafgaand aan elk gebruik altijd een controle
uit en verhelp een eventueel gevonden probleem.
Controleer voordat u de gebruikscontrole uitvoert eerst of de motor
wel horizontaal staat en de motorschakelaar in de stand OFF (UIT)
staat.
Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start:
Controleer de algehele conditie van de motor
1. Kijk rondom en onder de motor of u sporen ziet van olie- en
benzinelekkage.
2. Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de
uitlaatdemper en de terugloopstarter.
3. Let op tekenen van schade.
4. Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats
zitten en of alle moeren, bouten en schroeven goed zijn
vastgedraaid.
Controleer de motor
1. Controleer het brandstofpeil (zie pagina 7). Als u met een volle
tank begint, hoeft u uw werk niet of nauwelijks te onderbreken
om te tanken.
2. Controleer het motoroliepeil (zie pagina 8). Als de motor draait
met een te laag oliepeil, kan er motorschade ontstaan.
Het Oil Alert-systeem (sommige uitvoeringen) zorgt dat de
motor automatisch wordt uitgeschakeld voordat het oliepeil
daalt tot beneden een veilige grenswaarde. Vermijd het
ongemak van onverwacht uitschakelen door het motoroliepeil
altijd te controleren voordat u de motor start.
3. Controleer het luchtfilterelement (zie pagina 9). Een vervuild
luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de
carburateur, zodat de motor minder goed presteert.
4. Controleer de apparatuur die door deze motor wordt
aangedreven.
Neem de instructies door die worden geleverd bij de apparatuur
die door deze motor wordt aangedreven en let op
voorzorgsmaatregelen en procedures die u hoort te volgen
voordat u de motor start.
NEDERLANDS
3