Controleer of de voet goed vast zit door aan beide ISOFIX-aansluitingen te
trekken.
5
- Nadat de voet op de autostoel is geplaatst, moet u de steunvoet tot de
vloer verlengen (11). Wanneer de steunvoet juist is geïnstalleerd, brandt de
steunvoetindicator groen. Rood wordt getoond indien onjuist geïnstalleerd.
(11)-2
De steunvoet heeft meerdere standen. Als de steunvoetindicator rood is,
betekent dit dat de steunvoet in de verkeerde stand staat.
Zorg ervoor dat de steunvoet volledig in contact is met de vloer van het
voertuig.
Knijp de instelknop van de steunvoet in en kort de steunvoet in naar boven.
(11)-1
De volledig gemonteerde voet wordt afgebeeld in (12).
De ISOFIX-aansluitingen moeten worden aangesloten en vergrendeld in de
ISOFIX-ankerbalken. (12)-1
De steunvoet moet goed zijn geplaatst en de indicator moet groen zijn.
(12)-2
Babydraagmodule bevestigen aan de voet
1
- Druk het verbeterde kinderzitje omlaag op de voet (13). Als het verbeterde
kinderzitje goed vastzit, is de indicator van het verbeterde kinderzitje groen.
(14)
Controleer dat de babydraagmodule is vergrendeld op de voet door de
hendel omhoog te trekken.
2
- Druk op de ISOFIX-instelknop en duw de voet naar achteren totdat het
contact maakt met de rugleuning van de autostoel. (15)
3
- Houd de draaiknop ingedrukt voor draaien voor eenvoudiger plaatsen/
verwijderen van het kind aan de zijkant. (16)
4
- Om de babydraagmodule vrij te geven, knijpt u in de ontgrendelknop van de
babydraagmodule (17)-1, en vervolgens tilt u de babydraagmodule op. (17)-2
De voet verwijderen
1
- Om de voet los te maken, begint u door te drukken op de tweede
vergrendelingsknop (18)-1 en daarna de vrijgaveknop (18)-2 op de ISOFIX-
aansluitingen voordat u de voet van de autostoel (18) verwijdert.
59
PIPA next-instructie
2
- Voor transport drukt u op de ISOFIX-instelknop en beweegt u de ISOFIX-
aansluitingen terug in de opslagpositie. (19)
Hoogteafstelling
voor hoofdsteun en schouderriemen
Controleer of de schoudergordels op de juiste hoogte zijn ingesteld. Kies het
juiste paar schoudergordelsleuven overeenkomstig de lengte van het kind.
Steek schoudergordels in de sleuven die zich het dichtst bij de schouders
van de baby bevinden (20), maar niet boven de schouderlijn. (21)
Als de schoudergordels zich niet op de juiste hoogte bevinden, kan het kind
van het verbeterde kinderzitje geworpen worden bij een ongeluk.
Trek aan de hendel voor de afstelling van de hoofdsteun (22) en trek
tegelijkertijd de hoofdsteun op of druk het omlaag tot het in een van de 7
standen klikt. De standen van de hoofdsteun zijn afgebeeld in (23).
Het kind vastzetten
Het babyinzetstuk gebruiken
We adviseren het gebruik van
het volledige baby-inzetstuk
zolang de baby kleiner is dan 60
cm of tot het te groot is voor het
inzetstuk. Het baby-inzetstuk
verbetert de bescherming tegen
zijdelingse inslagen.
Nadat het kind in het zitje is geplaatst, moet u controleren of de
schouderriemen op de juiste hoogte zitten.
1
- Houd de instelknop voor de gordels ingedrukt en trek aan de twee
schouderriemen van het verbeterde kinderzitje. (24)
2
- Maak de gesp van de gordels los door op de rode knop te drukken. (25)
3
- Zet het kind in de babydraagmodule en sluit de gesp. (27) Raadpleeg (26).
4
- Trek aan de instelsingels om de schoudergordels strak te trekken. (28)
Verwijder het
baby-inzetstuk als
de schouders van
het kind niet langer
comfortabel passen.
60
PIPA next-instructie