• Bij een langdurige opslag of onderhoud de brand-
stoftank legen. Dit moet in de open lucht gebeuren
met een afzuigpomp voor benzine (verkrijgbaar in
bouwmarkten).
m WAARSCHUWING
Werk nooit bij een lopende motor aan stroomgelei-
dende delen van de ontstekingsinstallatie en raak
deze delen niet aan. Trek voorafgaand aan alle on-
derhouds- of verzorgingswerkzaamheden de voe-
dingsstekker uit de bougie. Voer nooit werkzaamhe-
den uit aan een lopend apparaat. Werkzaamheden
die in deze gebruikshandleiding niet zijn beschreven,
mogen alleen worden uitgevoerd door een gespecia-
liseerde werkplaats.
Wielassen en wielnaven
• Dienen eenmaal per seizoen te worden gereinigd
en licht te worden ingevet.
Mes
Laat de messen vanwege veiligheidsredenen alleen
slijpen, ontbramen en monteren door een geautori-
seerde werkplaats. Om een optimaal werkresultaat te
bereiken, is het raadzaam om het mes eenmaal per
jaar te laten controleren.
Vervangen van de messen (afb. 17)
Bij het vervangen van het snijgereedschap mogen
alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt.
Draag bij het vervangen van de messen handschoe-
nen om snijwonden te voorkomen.
Nooit andere messen monteren.
• Leeg de benzinetank voordat u het lemmet verwij-
dert.
• Verwijder de schroef om het lemmet te vervangen.
• Plaats alles weer net zoals in afb. 17. Bevestig de
schroef op correct wijze. Bevestigingsdraaikracht
bedraagt 45Nm. Verwijder ook de schroef van het
lemmet als u het lemmet vervangt.
Beschadigde messen
Als het mes ondanks alle voorzichtigheid met een
hindernis in aanraking komt, direct de motor uitscha-
kelen en de voedingsstekker eruit trekken.
Maaier zijwaarts kantelen en mes op beschadiging
controleren. Beschadigde of verbogen messen moe-
ten worden vervangen. Een verbogen mes nooit
rechtbuigen.
Nooit met een verbogen of sterk versleten mes wer-
ken, want dit veroorzaakt trillingen en kan tot meer
beschadigingen aan de maaier leiden.
m Let op! Bij het werken met een beschadigd mes
bestaat er gevaar voor persoonlijk letsel.
Messen naslijpen
De snijmessen kunnen met een metaalvijl worden bij-
geslepen. Om mogelijke onbalans te vermijden, moet
het slijpen worden uitgevoerd door een geautoriseer-
de werkplaats.
Controle van het oliepeil
m Let op! Motor nooit zonder of met te weinig olie
gebruiken. Dit kan leiden tot ernstige schade aan de
motor. Uitsluitend motorolie SAE 30 gebruiken.
Controle van het oliepeil (afb. 18):
• Grasmaaier op een effen, recht oppervlak zetten.
• De oliepeilstok (12) door naar links te draaien los-
schroeven en de peilstok afvegen. Peilstok weer tot
de aanslag in de vulpijp steken en niet dichtschroe-
ven.
• Peilstok eruit trekken en in horizontale positie het
oliepeil aflezen. Het oliepeil moet zich tussen de
max en min van de oliepeilstok (12) bevinden.
Olieverversing (afb. 23)
• Het verversen van de motorolie moet jaarlijks voor
het begin van het seizoen bij bedrijfswarme en uit-
geschakelde motor worden uitgevoerd.
• Uitsluitend motorolie (SAE 30) gebruiken.
• Leeg de benzinetank (met een afzuigpomp voor
benzine)
• Plaats een platte olieopvangcarter (min. 1 liter volu-
me) voor de grasmaaier.
• Oliepeilstok eruit schroeven en de maaier zover
kantelen totdat alle olie in de opvangcarter is ge-
lopen.
• Daarna de verse motorolie tot aan de bovenste
markering van de oliepeilstok bijvullen (ca. 0,4 l),
vul het apparaat niet te vol.
• Let op! Oliepeilstok voor controle van het oliepeil
niet inschroeven, maar tot schroefdraad insteken.
Verbruikte olie moet conform de geldende voorschrif-
ten worden verwijderd.
Reinigen van de riemen (afb. 17, 19)
• Verwijder de messen en de aandrijfbehuizing door
de schroeven los te draaien.
• Reinig de elementen van de aandrijving en de
V-snaren een tot tweemaal per jaar met een bor-
stel of perslucht.
• Breng de aandrijfbehuizing en de messen weer
aan met schroeven.
Onderhoud en instelling van de trekkabel
De trekkabel regelmatig oliën en daarbij letten op
soepel lopen.
Let er bij het omklappen op dat de trekkabel niet
wordt geknikt.
www.scheppach.com
NL | 63