/
(vriesvak) indrukken.
3.
De temperatuurindicatie (diepvries-
a
vak) toont gedurende 2 minuten
een animatie. Het apparaat is ge-
reed voor de automatische verbin-
ding met het WLAN-thuisnetwerk
(Wi-Fi).
In deze tijd de WPS-functie op de
4.
router inschakelen.
Houd hiervoor de informatie aan in
de documentatie van uw router.
Bij een succesvolle verbinding
a
knippert
in de temperatuurindi-
catie (diepvriesvak).
Als de temperatuurindicatie (diep-
5.
vriesvak)
toont, kan het appa-
raat geen verbinding met het
WLAN-thuisnetwerk (Wi-Fi) maken.
Controleer of het apparaat zich
‒
binnen het bereik van het
WLAN-thuisnetwerk (Wi-Fi) be-
vindt.
→ "Signaalsterkte controleren",
Pagina 120
Het proces herhalen of handma-
‒
tig verbinding maken
→ Pagina 119.
Het apparaat met de Home Con-
6.
nect app verbinden. → Pagina 120
10.2 Apparaat met WLAN-
thuisnetwerk (Wi-Fi) zon-
der WPS-functie verbin-
den
Heeft uw router geen WPS-functie,
dan kunt u het apparaat handmatig
met uw WLAN-thuisnetwerk (Wi-Fi)
verbinden. Het apparaat bouwt in
korte tijd een eigen WLAN-netwerk
op. U kunt met een mobiel eindappa-
raat verbinding maken met het Wi-Fi-
netwerk en de netwerkinformatie van
het WLAN-thuisnetwerk (Wi-Fi) aan
uw apparaat overdragen.
Vereiste: De Home Connect app is
op het mobiele eindapparaat geïn-
stalleerd.
indrukken.
1.
De temperatuurindicatie (koelvak)
a
toont
.
Zo vaak op
2.
ken tot de temperatuurindicatie
(koelvak)
dicatie (diepvriesvak)
/
(vriesvak) indrukken.
3.
Het apparaat bouwt een eigen Wi-
a
Fi-netwerk met de netwerknaam
"HomeConnect" op.
De temperatuurindicatie (diepvries-
a
vak) toont een animatie. Het appa-
raat is gereed voor de handmatige
verbinding met het WLAN-thuisnet-
werk (Wi-Fi).
De instructies in de Home Connect
4.
app op het mobiele eindapparaat
volgen.
De netwerkinformatie van het
a
WLAN-thuisnetwerk (Wi-Fi) wordt
op het apparaat overgedragen.
Bij een succesvolle verbinding
a
knippert
in de temperatuurindi-
catie (diepvriesvak).
Als de temperatuurindicatie (diep-
5.
vriesvak)
toont, kan het appa-
raat geen verbinding met het
WLAN-thuisnetwerk (Wi-Fi) maken.
Controleer of het apparaat zich
‒
binnen het bereik van het
WLAN-thuisnetwerk (Wi-Fi) be-
vindt.
→ "Signaalsterkte controleren",
Pagina 120
De procedure herhalen.
‒
Home Connect nl
/
(koelvak) druk-
en de temperatuurin-
toont.
119