17.2 Afmetingen van het apparaat
Hier vindt u de afmetingen van het apparaat.
17.3 Inbouwmeubel
Dit apparaat is uitsluitend voor inbouw bedoeld. Dit ap-
paraat is niet bedoeld voor gebruik op tafel of in een
kast.
De inbouwkast mag achter het apparaat geen achter-
wand hebben. Houd tussen de wand en de bodem van
de kast of de achterwand van de kast erboven een af-
stand van minstens 35 mm aan.
De inbouwkast moet aan de voorkant een ventilatieope-
ning van 50 cm² hebben. Hiervoor de sokkelplaat bij-
snijden of een ventilatierooster aanbrengen.
Ombouwmeubels zonder ventilatie-uitsparing moeten in
het achterste deel van de zijwanden een ventilatie-ope-
ning hebben van 200 cm².
Ventilatiesleuven en aanzuigopeningen mogen niet wor-
den afgedekt.
Het aansluitstopcontact van het apparaat dient zich in
het gebied van het gearceerde vlak
bouwruimte te bevinden.
Niet-bevestigde meubels moeten met een gebruikelijke,
in de handel verkrijgbare montagebeugel
wand worden bevestigd.
17.4 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
Het apparaat bevat permanente magneten. Deze kun-
nen elektronische implantaten, zoals pacemakers, of in-
sulinepompen beïnvloeden.
▶
¡ Het apparaat voldoet aan beveiligingsklasse I en
¡ De zekering dient in overeenstemming te zijn met
¡ Het apparaat moet bij alle montagewerkzaamheden
¡ Wanneer de stekker na het inbouwen niet meer toe-
¡ Het apparaat mag alleen op een geaarde contact-
¡ De bescherming tegen aanraking dient door de in-
17.5 Inbouw onder een werkblad
Neem de inbouwmaten en de veiligheidsafstanden bij
de inbouw onder een werkblad in acht.
Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat dient
het tussenschot te beschikken over een ventilatie-ope-
ning.
of buiten de in-
aan de
Het werkblad moet aan het inbouwmeubel worden be-
vestigd.
WAARSCHUWING ‒ Gevaar: magnetisme!
Personen met elektronische implantaten dienen mi-
nimaal een afstand van 10 cm tot het apparaat aan
te houden.
mag alleen met een geaarde aansluiting worden ge-
bruikt.
de vermogensopgave op het typeplaatje en de loka-
le voorschriften.
spanningsloos zijn.
gankelijk is, moet een alpolige schakelaar met een
contactafstand van minstens 3 mm worden geïnstal-
leerd.
doos worden aangesloten die volgens de voorschrif-
ten is geïnstalleerd.
bouw te zijn gewaarborgd.
Montagehandleiding nl
71