New Elite 60 C 30
Vullen van verwarmingsketel en installatie
De verwarmingsketel is uitgerust met een kogelkraan voor het handmatig vullen van de
verwarmingsinstallatie. De vuldruk bij een installatie in ruststand moet ongeveer 1 - 1,5 bar bedragen.
Indien de druk van de installatie tijdens de werking daalt tot waarden onder de hierboven beschreven
minimumwaarden (door de verdamping van de in het water opgeloste gassen), moet de Gebruiker hem
weer terugbrengen tot de beginwaarde door aan de vulkraan te draaien. Voor een correcte werking van
de verwarmingsketel moet de druk in de ketel in werkende toestand ongeveer 1,5÷2 bar bedragen.
Sluit na deze handeling altijd de vulkraan.
2.4 Gasaansluiting
Controleer voordat u de aansluiting verricht of het apparaat geschikt is voor werking met
het type beschikbare brandstof en reinig alle gasleidingen van de installatie zorgvuldig om
eventuele restmaterialen te verwijderen, die de goede werking van de verwarmingsketel
nadelig kunnen beïnvloeden.
Het gas moet worden aangesloten op de desbetreffende aansluiting (zie afb. 5) met een stijve metalen
pijp, of met een flexibele leiding met continue wand van roestvrijstaal. Tussen de installatie en de
verwarmingsketel dient een gaskraan te worden aangebracht. Controleer of alle gasverbindingen goed
lekdicht zijn.
Het debiet van de gasmeter moet voldoende zijn voor het simultane gebruik van al de apparaten die
erop zijn aangesloten. De diameter van de gasleiding die uit de verwarmingsketel komt is niet bepalend
voor de keuze van de diameter van de leiding tussen apparaat en gasmeter; deze moet worden gekozen
op basis van lengte en drukverliezen en in overeenstemming met de geldende voorschriften.
Gebruik de gasleidingen niet voor de aarding van elektrische apparaten.
2.5 Elektrische aansluitingen
Aansluiting op het elektriciteitsnet
De verwarmingsketel moet worden verbonden met een eenfasige elektriciteitsleiding, 230 Volt-50 Hz.
De elektrische veiligheid van het apparaat wordt alleen bereikt wanneer het correct geaard
is, overeenkomstig de geldende veiligheidsnormen. Laat door een vakman controleren of de
aarding efficiënt en afdoende is. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade die
ontstaat doordat de installatie niet geaard is. Laat bovendien controleren of de elektrische
installatie geschikt is voor het maximumvermogen dat door het apparaat wordt opgenomen
(dit staat vermeld op het typeplaatje van de verwarmingsketel), door in het bijzonder na te gaan
of de doorsnede van de kabels geschikt is voor het vermogen dat door het apparaat wordt
opgenomen.
De verwarmingsketel is voorbedraad en voorzien van een kabel voor aansluiting op het elektriciteitsnet.
De aansluitingen op het net moeten worden gerealiseerd met een vaste aansluiting, door middel van een
tweepolige schakelaar met een opening tussen de contacten van minstens 3 mm; er moeten zekeringen
van max. 3A tussen verwarmingsketel en lijn worden geplaatst. Het is belangrijk dat de polariteit (LIJN:
bruine draad / NEUTRAAL: blauwe draad/ AARDE: geel-groene draad) in acht wordt genomen bij het
aansluiten van de elektriciteitsleiding. Zorg er bij het installeren of vervangen van de voedingskabel
voor dat de aardgeleider 2 cm langer is dan de andere.
De voedingskabel van het apparaat mag niet door de gebruiker worden vervangen. Als de kabel
beschadigd is, moet het apparaat worden uitgeschakeld en dient u zich voor vervanging van de
kabel uitsluitend tot gekwalificeerde vakmensen te wenden. Als de elektrische voedingskabel
vervangen wordt, mag uitsluitend een kabel "HAR H05 VV-F" 3x0,75 mm
met een buitendiameter van maximaal 8 mm.
2
worden gebruikt
45