New Elite 60 C 30
2. INSTALLATIE
2.1 Algemene Regels
Dit apparaat mag alleen bestemd worden voor het doel waarvoor het uitdrukkelijk is uitgerust.
Dit apparaat dient voor het verwarmen van water op een temperatuur die lager ligt dan die van
het kookpunt bij atmosferische druk en moet worden aangesloten op een verwarmingsinstal-
latie en/of een distributiesysteem van warm water voor sanitair gebruik, die compatibel zijn met
de kenmerken, prestaties en het thermisch vermogen van het apparaat. Ieder ander gebruik moet als
oneigenlijk worden beschouwd.
DE INSTALLATIE VAN DE VERWARMINGSKETEL WORDT UITSLUITEND UITGEVOERD DOOR GESPE-
CIALISEERD EN VAKBEKWAAM PERSONEEL, EN OVEREENKOMSTIG ALLE INSTRUCTIES VERMELD
IN DEZE TECHNISCHE HANDLEIDING, DE WETGEVINGEN TER ZAKE, DE BEPALINGEN VAN DE NBN
D51-003-NORMEN, EVENTUELE PLAATSELIJKE NORMEN, EN VOLGENS DE CORRECTE TECHNISCHE
WERKWIJZEN.
Onjuiste installatie kan lichamelijk letsel van per-
sonen en dieren en materiële schade tot gevolg
hebben, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk
kan worden gesteld.
2.2 Installatieplaats
Dit apparaat heeft een "open kamer" en
mag alleen geïnstalleerd worden en werken
in vertrekken die voortdurend worden
geventileerd overeenkomstig UNI-CIG
7129. Aangezien de verwarmingsketel de
grenswaarde van 34,8 kW (30.000 kcal/h) niet
overschrijdt is hij voor huishoudelijk gebruik
bestemd, mits het vertrek voldoende gelucht
wordt. Onvoldoende luchttoevoer naar de
verwarmingsketel heeft nadelige invloed
op de normale werking en de rookafvoer.
Bovendien zijn de verbrandingsproducten
die zich onder deze omstandigheden hebben
gevormd (oxides) zeer schadelijk voor de
gezondheid als ze in de huiselijke omgeving
worden verspreid.
In de installatieruimte mogen zich geen stofdeeltjes,
ontvlambare voorwerpen of materialen, of corrosief
gas bevinden. Het vertrek moet droog zijn en mag
niet onderhevig zijn aan vorst.
De verwarmingsketel is geschikt om aan een wand
te worden opgehangen. In het achterframe van het
apparaat zitten uitsparingen voor bevestiging aan
de wand door middel van schroeven met metalen
pluggen. De bevestiging aan de wand moet stabiele
en efficiënte ondersteuning van de generator
garanderen.
De verwarmingsketel moet worden vastgezet op een
gesloten deel van de wand, zonder openingen of gaten
achter het frame van de verwarmingsketel waardoor
het mogelijk zou zijn de interne componenten in de
verwarmingsketel te bereiken. Als het apparaat wordt
omsloten door meubels of als er meubels naast worden
gemonteerd, moet er ruimte worden vrijgehouden om
de normale onderhoudswerkzaamheden te kunnen
uitvoeren. In afb. 3 staan de minimale ruimten vermeld
die bij voorkeur rondom het apparaat vrijgelaten
dienen te worden.
A
Minimum
Aanbevolen
A
3 cm
15 cm
B
15 cm
30 cm
C
15 cm
30 cm
1,5 cm
D
(vanaf eventueel paneel
> 50 cm
dat geopend kan worden)
afb. 3
A
41