New Elite 60 C 30
2.3 Hydraulische aansluitingen
Het thermisch vermogen van het apparaat moet vooraf worden vastgesteld door berekening van de
warmtebehoefte van het gebouw volgens de geldende voorschriften. Voor een goede werking en lange
levensduur van de verwarmingsketel is het belangrijk dat de hydraulische installatie de juiste proporties
heeft en altijd voorzien is van al die accessoires, die garant staan voor normale en regelmatige werking
en bediening.
Indien de toevoer- en afvoerleidingen van de installatie een zodanig traject volgen waardoor op enkele
punten luchtbellen kunnen ontstaan is het wenselijk op deze punten een ontluchtingsklep te installeren.
Installeer bovendien een aftapinrichting op het laagste punt van de installatie om deze volledig te
kunnen aftappen.
Het is raadzaam dat het temperatuurverschil tussen de toevoerverzamelleiding en de
terugloopverzamelleiding in de verwarmingsketel niet hoger is dan 20 °C.
Gebruik de leidingen van de hydraulische installaties niet voor aarding van elektrische
apparaten.
Reinig, voordat u de installatie verricht, alle leidingen van het systeem zorgvuldig om eventuele restmaterialen
of vuil te verwijderen, die de goede werking van het apparaat nadelig kunnen beïnvloeden.
Verricht de aansluitingen op de overeenstemmende aansluitpunten, zoals in afb. 5 is weergegeven.
Legenda
1
Gasingang 1/2"
2
Retourleiding installatie Ø 3/4"
3
Toevoerleiding installatie Ø 3/4"
4
Warm sanitair water Ø 1/2"
5
Koud sanitair water Ø 1/2"
Het is raadzaam om tussen verwarmingsketel en verwarmingsinstallatie afsluitkleppen te plaatsen
waarmee de verwarmingsketel zo nodig van de installatie geïsoleerd kan worden.
De afvoer van de veiligheidsklep moet worden verbonden met een trechter of een verzamelleiding,
om te voorkomen dat er water over de vloer loopt als er overdruk in het verwarmingscircuit is.
Indien dit niet gebeurt en de afvoerklep ingrijpt waardoor de ruimte onder water loopt, kan de
fabrikant van de verwarmingsketel niet aansprakelijk worden gesteld.
Sluit de verwarmingsketel zodanig aan dat er geen spanning ontstaat op de interne leidingen.
Vooraanzicht
1
2
3
4
33
78
148
52
Onderaanzicht
afb. 5
5
236
52
43