BB200 - NLFREN - v1.0 - 22112016
NL
10.3.2 Het gewicht automatisch opsplitsen en plakken
1. Volg de stappen van hoofdstuk 7.3 voor het invoeren van de velgmaat.
2. Sluit de beschermkap en druk op de START toets. Het wiel draait. Wanneer het stopt, tonen de linkse en rechtse LEDs de
balanceerwaarden voor beide zijden. Als de middelste LED "OPT" toont, kunt voor optimalisatie kiezen.
3. Als u afbeelding 7-8 heeft gevolgd voor het invoeren van de velgmaat, volg dan stap 10.2 (3) en klem het gewicht aan
de binnenrand van de velg. Druk op de STOP en ALU toets, de middelste LED toont ---, volg stap 10.3.2 (5) en plak een
gewicht een de buitenkant van de velg.
4. Als u afbeelding 7-7 heeft gevolgd voor het invoeren van de velgmaat, druk dan op de STOP en ALU toets, de middelste
LED toont ---, klem het overeenstemmende gewicht in de gleuf op de kop van de meetarm en draai het wiel langzaam. Als
alle LEDs van de indicator van de interne balanceerpositie gaan branden (zie afbeelding 5-1(8)), trek de meetarm dan
terug. Als alle LEDs van de indicator van de interne balanceerpositie gaan branden (zie afbeelding 5-1(2)) draai dan de
meetarm en plak een gewicht op de velg, zie afbeelding 10-11.
5. Klem het overeenstemmende gewicht in de gleuf op de kop van de meetarm en draai het wiel langzaam. Als alle LEDs van
de indicator voor de externe balanceerpositie gaan branden (zie afbeelding 5-1(9)), trek de meetarm dan terug. Als alle
LED's van de indicator voor de interne balanceerpositie gaan branden (zie afbeelding 5-1(4)), draai de meetarm en plak
een gewicht op de velg, zie afbeelding 10-11.
AANDACHT! Bij het gebruik van de meetarm om het gewicht automatisch te plakken, maak zeker
dat de LED - - - weergeeft. Anders, beweeg de meetarm niet, druk op de STOP en ALU toetsen. De
middelste LED toont dan - - - en u mag de meetarm bewegen voor het automatisch plakken van
het gewicht.
10.4 Werkmodus van ALU-1 tot ALU-3
1. Volg de stappen van hoofdstuk 7.2 om de velgmaat in te voeren.
2. Druk op de ALU toets, schakel naar de overeenstemmende balanceermodus.
3. Sluit de beschermkap en druk op de START toets. Het wiel draait. Wanneer het stopt, tonen de linkse en rechtse LEDs de
balanceerwaarden voor beide zijden. Indien de middelste LED OPT toont, kunt u voor de optimalisatie kiezen.
4. Draai het wiel langzaam. Wanneer alle LEDs van de indicator van de interne balanceerpositie gaan branden (zie
afbeelding 5-1 (8)), klem of plak het gewicht aan de binnenkant van de velg.
5. Draai het wiel langzaam. Wanneer alle LEDs van de indicator van de externe balanceerpositie gaan branden (zie
afbeelding 5-1 (9)), klem of plak het gewicht aan de buitenkant van de velg.
10.5 Statische balancering (ST)
1. Beweeg de meetarm tot in het midden van de velg en meet de velgmaat.
2. Druk op de F toets om naar de ST modus te schakelen (statische balancering).
3. Sluit de beschermkap en druk op de START toets. Het wiel draait. Wanneer het stopt, toont de middelste LED de statische
balanceerwaarde. Indien de middelste LED OPT toont, kunt u voor de optimalisatie kiezen.
4. Draai het wiel langzaam. Wanneer de indicatoren van de balanceerpositie gaan branden (zie afbeelding 5-1 (8) en (9)),
plak het gewicht op de 12 uur positie in het midden van de velg (zie afbeelding 10-12).
Afb. 10-11
Afb. 10-12
13
MACH