Aansluiting En Bediening - Migatronic MCU 1000 Guide De L'utilisateur

Aansluiting en bediening

MCU 1000/1100 koelunit
MCU 1000/1100 zijn losse koelunits die aangesloten kunnen
worden op bijvoorbeeld PI 200/250/350 en OMEGA 400C/550C.
De koelunits kunnen gebruikt worden voor het koelen van
MIG- en TIG lastoortsen.
Plaatsen van de machine
De machine dient zo geplaatst te zijn dat de koellucht achter
de koelunit en bij de luchtroosters aan de zijkanten, vrij kan
circuleren. De machine dient op een stabiele en horizontaal
oppervlakte geplaatst te worden.
PI 200/250
Aansluiting van een externe koelunit
Maak de module aan de onderkant van de machine vast
mbv. de fitting (1). Sluit de 4-polige stekker (2) aan op
de corresponderende zitting op de machine (3). Sluit de
waterslang van de watergekoelde toorts aan op de blauw
gemarkeerde snelsluiting (4) en de retourslang op de rode
snelsluiting (5).
Het niveau van het koelvloeistof kan men controleren door
middel van het controlevenster (6). Het vullen van koelvloeistof
vind plaats door middel van de vulopening (7). Houdt er svp
rekening mee dat het niveau van het koelvloeistof af kan
wijken wanneer de koelunit onder een hoek geplaatst is.
PI
250
1
7
4
5
6
0
1
Gas
Power
F
OMEGA 400C/550C
Aansluiting van een externe koelunit
1. Plaats de lasmachine op de koelunit en breng de fitting aan
(1).
2. Trek de stroomkabel (2) door de opening aan de achterkant
van de machine. Demonteer de beschermingsfitting (3) in de
draadkoffer en breng de 4-polige stekker (4) aan. Breng de
beschermingsfitting weer aan.
3. Demonteer de 2 schroeven (5) op de fitting met de
snelkoppelingen (6).
4. Trek de fitting eruit en draai deze om, zodat de
snelkoppelingen bovenaan zitten. Breng vervolgens de
fitting weer aan met de schroeven (5) (zie tekening).
5. Sluit de aanvoerslang van de watergekoelde toorts op de
blauw gemarkeerde snelkoppeling aan en de retourslang op
de rood gemarkeerde snelkoppeling.
6. Het koelvloeistofniveau moet regelmatig worden
gecontroleerd met behulp van de niveauregeling (7).
7. Vul de koelvloeistof bij via de vulopening (8).
3
F
F
5 5
2
28
2
3
4
1
6 5
5
7
8