SERVICE -
zie figuur 2
1. Schakel de stroom naar de pomp uit. Verwijder de vier bevestingsbouten.
2. Til de tussenas met het bevestigde membraan van het pompvoetstuk.
3. Verwijder de twee membraanbevestigingsschroeven en de membraanopsluiting.
4. Verwijder de borgmoer. Haal de drijfstang en het membraan van de tussenas en
schroef de bout los om het membraan en de platen te scheiden.
5. Inspecteer het membraan op groeven en barsten. Inspecteer de lagers van de stang
op buitensporige slijtage. Vervang het membraan indien versleten.
6. Plaats het membraan, de membraanplaten, ring en membraanbout losjes terug
op de drijfstang. Maak de drijfstang stevig vast op de tussenas met de borgmoer.
Bevestig het membraan met de membraanopsluiting en de twee schroeven aan de
motormontage.
7. Draai de bout van de drijfstang vast.
AFSLUITERS VERVANGEN
1. Schakel de stroom naar de pomp uit. Verwijder de vier bevestingsbouten.
2. Leg de afsluiters bloot door de tussenas met het bevestigde membraan van het
pompvoetstuk te tillen. Verwijder en reinig of vervang de afsluiters.
3. Monteer de afsluiters en zorg dat de rubberen tongklep naar BOVEN zit bij de
invoer en naar BENEDEN bij de afvoer.
4. Plaats het samenstel van de motor/montage/membraan terug en maak het
gelijkmatig vast met de vier bevestigingsbouten.
PULSDEMPERS VERVANGEN
1. Haal de voedingskabels uit de pomp en van de montage.
2. Verwijder de negen moeren van de bodemdeksel en de drie schroeven van de
bodemplaat. Verwijder de bodemdeksel en -plaat. Trek de pulsdemper eruit en
vervang deze.
3. Breng de bodemdeksel, -plaat en schroeven weer aan. Draai ze gelijkmatig aan
voor een goede lucht- en waterdichting.
4. Installeer de pomp opnieuw en sluit de stroomdraden weer aan.
PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEEM
Verlies van zuigkracht naar pomp. - Luchtlek in zuigleiding.
Moeizame of lawaaierige werking. - Invoer- of afvoerslang geknikt of verstopt.
VOORZICHTIG
ELEMENTEN KUNNEN INCOMPATIBEL ZIJN - UITSLUITEND VOOR WATER.
VOORZICHTIG
BIJ LANGDURIG GEBRUIK KAN HET MOTORVOETSTUK WARM WORDEN.
LANGDURIG CONTACT MET DE HUID KAN BRANDWONDEN VEROORZAKEN.
-
zie figuur 2.
-
zie figuur 2.
OPLOSSING
- Lensopname niet ondergedompeld.
- Invoerslang geknikt of verstopt.
- Invoer- of afvoerafsluiter vies.
- Membraan gescheurd.
- Pomp niet stevig gemonteerd.
- Excentrische schroef los.
- Pulsdemper gescheurd of ingeklapt.
NL