7. Installatie
1.
Draai de schroeven van de deksel los met de meegeleverde
inbussleutel en verwijder de deksel van de behuizing.
2.
Verwijder de beide bevestigingsschroeven (4) die zich links en rechts
van het zwarte deel bevinden.
3.
Trek de printplaat voorzichtig naar boven uit de behuizing.
4.
Gebruik de achterzijde van de behuizing als sjabloon om de boorgaten
(1) te markeren. Boor de bevestigingsgaten.
5.
Voer de aansluitkabel door de opening (2). (alleen bij permanente 12 V
spanningsvoorziening).
6.
Bevestig de behuizing op de wand.
7.
Monteren van de halfcilinder (5): steek een sleutel in de halfcilinder (5)
en draai de sluitnok met behulp van de sleutel zo, dat de halfcilinder
(5) in de houder kan worden geschoven. Bevestig nu de halfcilinder (5)
met de verzonken schroef (6). Controleert daarna of beide toetsen met
de sluitnok kunnen worden geschakeld.
8.
Maak de kabelverbindingen met de juiste polariteit zoals op de
aansluitstrip (8) staat aangegeven. (alleen bij permanente 12 V
spanningsvoorziening)
9.
Plaats de printplaat weer in de behuizing en let op de correcte positie
van de veer voor het wandsabotagecontact (9). Daarna schroeft u de
beide bevestigingsschroeven (4) links en rechts van het zwarte deel
weer vast.
10. Plaats de meegeleverd batterij met de juiste polariteit in de
batterijhouder (7).
11. Programmeer de draadloze sleutelschakelaar zoals beschreven in
hoofdstuk 8. Zie ook hoofdstuk 8.2 t/m 8.4 t/m 8.7
12. Plaats de delen van de demontagebeveiliging op de cilinder.
13. Let op de correcte positie van de veer voor het sabotagecontact in de
deksel (10). Daarnaast moet u er op letten dat de afdichtring correct in
de groef in de behuizing ligt. Plaats de deksel (1) weer op de behuizing
en draai de schroeven van de deksel vast.
14. Ga nu verder met hoofdstuk 9.
81