Publicité
BURNER CALIBRATION
FIRING
The firing of the burner must generate a noise
similar to the noise generated during operation.
If one or more pulsations or a delay in firing in re-
spect to the opening of the light oil solenoid valve
occur, see the suggestions provided in Appendix
8, Page 47.
OPERATION
The optimum calibration of the burner requires
an analysis of the flue gases at the boiler outlet
and interventions on the following points:
Nozzle
See the information listed on Page 21.
Pump pressure
12 bar: this is the pressure calibrated in the fac-
tory which is usually sufficient for most purposes.
Sometimes, this pressure must be adjusted to :
10 bar in order to reduce fuel delivery. This ad-
justment is possible only if the surrounding tem-
perature remains above 0°C;
14 bar in order to increase fuel delivery or to en-
sure firings even at temperatures of less than
0°C.
In order to adjust pump pressure, use the rele-
vant screw indicated in Appendix 3, P. 37.
Fan air gate valve
Adjust the air gate valve by using the indexed se-
lector 1)(A) after having loosened the nut 2)(A).
NOTE Burner starting and operation phases are
indicated in Appendix 4, Page 39.
REGLAGE BRULEUR
ALLUMAGE
L'allumage du brûleur doit produire un bruit sem-
blable au bruit de fonctionnement. Si on entend
un ou plusieurs à-coups ou un retard d'allumage
par rapport à l'ouverture de l'électrovanne du
fioul, voir les conseils donnés dans l'Appendice
8 p. 48.
FONCTIONNEMENT
Pour obtenir un réglage optimal du brûleur, il faut
effectuer l'analyse des gaz d'échappement de la
combustion à la sortie de la chaudière et interve-
nir sur les points suivants.
Gicleur
Voir informations données à la page 21.
Pression pompe
12 bars: c'est la pression réglée en usine et qui
convient généralement. On peut avoir besoin de
la porter à:
10 bars pour réduire le débit du combustible.
C'est possible seulement si la température am-
biante reste supérieure à 0°C;
14 bars pour augmenter le débit de combustible
ou pour avoir des allumages sûrs même à des
températures inférieures à 0 °C.
Pour modifier la pression de la pompe, agir sur la
vis prévue à cet effet, indiquée dans l'App. 3 p.
37.
Volet ventilateur
Régler le volet du ventilateur en agissant sur le
secteur gradué 1)(A), après desserré l'écrou
2)(A).
NOTE Les phases de démarrage et de fonction-
nement brûleur sont indiquées dans l'Appendice
4 p. 39.
29
AFSTELLING BRANDER
ONTSTEKING
Het geluid bij de ontsteking moet gelijk zijn aan
dat van de normale branderwerking. Indien u
echter onregelmatige stoten waarneemt of een
vertraagde ontsteking t.o.v. de opening van het
elektromagneetventiel, raadpleeg de tips in Ap-
pendix 8 blz.49
WERKING
Om een optimale afstelling van de brander te
verkrijgen, is het raadzaam de verbrandingsgas-
sen aan de uitgang van de ketel te analyseren.
Kijk volgende punten na:
Verstuiver
Zie gegevens blz.21.
Druk pomp
12 bar: de pomp is in de fabriek afgesteld op 12
bar. Dit is de meest gangbare afstelling. De druk
kan gewijzigd worden in:
10 bar om het brandstofdebiet te verkleinen. Dit
is enkel mogelijk als de omgevingstemperatuur
hoger is dan 0°C;
14 bar om het brandstofdebiet te vergroten of om
de ontsteking te garanderen zelfs bij een omge-
vingstemperatuur onder 0°C.
De druk van de pomp kan aangepast worden
met behulp van de daartoe voorziene schroef.
Zie Appendix 3 blz.37.
Luchtklep
Regel de luchtklep van de ventilator met behulp
van de kwadrant met schaalverdeling 1)(A), na
de moer 2)(A) losgedraaid te hennen.
NOOT De opeenvolgende ontstekings- en wer-
kingsfases van de brander zijn weergegeven in
Appendix 4 op blz. 39.
Publicité
