Detectie van de pan
De detectie van de pan verzekert een optimale veiligheid. De inductie functioneert niet:
indien er geen pan op de kookzone staat of wanneer de pan ongeschikt is voor inductie. In
dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ] verschijnt op
de display. Wanneer een pan op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt de [ U ].
De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de pan van de kookzone wordt
genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de pan terug
op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien gekozen vermogen.
Schakel de kookzone uit na gebruick. De pantedectie [ U ] blijft dan niet actief.
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, de kookzones
nog warm zijn, wordt dit aangegeven door [ H ].
Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden.
Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel
warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden!
Booster functie
De booster functie [ P ] verleent aan de gekozen kookzone een opgevoerd vermogen.
Indien deze functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 5 minuten met een
aanmerkelijk hoger vermogen. De booster is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote
hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de bereiding van pasta.
In en uitschakelen van de booster:
Actie
De zone kiezen
Het vermogen kiezen
De booster inschakelen
De booster uitschakelen
Beheer van het maximaal vermogen:
Het geheel van de kookplaat is voorzien van een maximaal vermogen. Wanneer de booster
functie geactiveerd is – en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden – vermindert de
elektronische bediening automatisch het kookniveau van een andere kookzone.
Gedurende enkele seconden geeft de display van deze kookzone al knipperend [ 9 ] weer,
vervolgens wordt het hoogst mogelijke kookniveau weergegeven:
Gekozen kookzone
[ P ] wordt weergegeven
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden met verschillende
tijdsaanduidingen ( van 0 tot 99 minuten ) voor iedere zone.
Regeling of wijziging van de kooktijd:
Actie
De zone kiezen
Het vermogen kiezen
« Timer » kiezen
Verminder de tijd
Vermeerder de tijd
De tijdsduur is ingesteld en begint te verlopen.
Bedieningspaneel
Druk op [ O ] van de zone
Druk op [ + ]
Druk op [ + ]
Druk op [ - ]
Andere kookzone (bijvoorbeeld: kookniveau 9 )
[ 9 ] wordt [ 7 ] naargelang de kookzone
Bedieningspaneel
Druk op [ O ] van de zone
Druk op [ + ]
Druk gelijktijdig op [ - ] en [ + ]
Druk op [ - ]
Druk op [ + ]
8
Display
[ 0 ]
[ 1 ] tot [ 9 ]
[ P ]
[ 9 ]
Display
[ 0 ]
[ 1 ] tot [ 9 ]
Timer [ 00 ]
[ 00 ] tot 30,29,28,27...
de tijd vermeerderd