nl Uw apparaat leren kennen
4 Uw apparaat leren kennen
De gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende kook-
platen. De afmetingen van de kookplaten vindt u in het
typeoverzicht. → Pagina 2
4.1 Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
Kookzoneknoppen
De kookzoneknoppen zijn vast gemonteerd. Ze mogen
er niet af worden gehaald. Verwijdering met geweld
van de kookzoneknoppen leidt ertoe dat ze onherstel-
baar worden beschadigd.
30
4.2 Kookzones
Hier vindt u een overzicht van de verschillende bijscha-
kelingen van de kookzones.
Kookplaat
Kookzone met
één ring
Kookzone met
twee ringen
Opmerkingen
¡ Donkere gedeelten in het gloeibeeld van de kookzo-
ne hebben een technische oorzaak. Ze zijn niet van
invloed op de werking van de kookzone.
¡ De kookzone regelt de temperatuur door de verwar-
ming in en uit te schakelen. Ook bij het hoogste ver-
mogen kan de verwarming inschakelen en uitscha-
kelen.
– Gevoelige onderdelen worden daarmee be-
schermd tegen oververhitting.
– Het apparaat wordt beschermd tegen elektrische
overbelasting.
4.3 Kookzone-indicatie en restwarmte-
indicatie
De kookplaat heeft een kookzone-indicatie en een rest-
warmte-indicatie. De indicatie brandt wanneer een
kookzone warm is.
Indicatie
Betekenis
Kookzone-
Brandt tijdens de werking, korte tijd na
indicatie
het inschakelen.
Restwarmte-
Brandt na het koken, wanneer de kook-
indicatie
zone nog warm is.
Opmerking: U kunt kleine gerechten
warmhouden of couverture smelten.
Bijschakelen en uitschake-
len
Bijschakelen: kookzoneknop
tot
naar rechts draaien.
Kookstand instellen.
Uitschakelen: kookzoneknop
naar 0 draaien en opnieuw
instellen.
Kookzoneknop nooit over
het symbool
heen naar 0
draaien.