b) Ingebruikname
• De gebruiksaanwijzing voor de zender en de oplader wordt afzonderlijk meegeleverd. Houd per sé
rekening met de daar vermelde veiligheidsinstructies en alle verdere informatie! Bij ondoelmatig gebruik,
in het bijzonder van de de oplader, kunnen er allerlei gevaren optreden.
• Gebruik uitsluitend voor het voertuig geschikte rij-accu's. Gebruik de rijregelaar nooit via een netspan-
ningsadapter, ook niet voor testdoeleinden.
• Dit voertuig is uitsluitend geschikt voor een LiPo rij-accu met max. 3 cellen (nominale spanning 11,1 V).
Bij gebruik van rij-accu's met meer cellen bestaat brandgevaar door oververhitting van de rijregelaar,
bovendien wordt de aandrijving van het voertuig overbelast en daardoor beschadigd (bijv. differentieel).
De waarborg/garantie komt te vervallen!
• Schakel bij de ingebruikname steeds eerst de zender aan. Pas daarna mag de rij-accu van het voertuig
met de rijregelaar verbonden en de rijregelaar ingeschakeld worden. Dit kan anders tot onvoorziene
reacties van het voertuig leiden!
Ga als volgt te werk:
- Plaats het voertuig voor het aansluiten van de rij-accu op een geschikte ondergrond, zodat de wielen
vrij kunnen draaien.
- Zet de rijregelaar uit.
- Als dat nog niet gebeurd is, zet dan de zender aan. Controleer diens werking (bijv. bedrijfsindicator
van de zender).
- Breng op de zender de trimming voor de gas-/remfunctie in de middelste stand.
- Sluit een volledig opgeladen rij-accu met de juiste polariteit aan op de rijregelaar (rode kabel = plus/+,
zwarte kabel = min/-).
- Schakel pas daarna de rijregelaar aan. Wacht vervolgens enkele seconden totdat de rijregelaar zijn
zelfdiagnose heeft afgesloten.
- Controleer of het voertuig zoals verwacht op de afstandsbediening reageert (besturing en aandrij-
ving), voordat u het van de ondergrond neemt en het met wielen op de grond plaatst.
- Als de aandrijving niet naar behoren werkt, dient u hoofdstuk 14.
c) Rijden van het voertuig
• Een verkeerd gebruik kan ernstig persoonlijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben! Rijd daarom
alleen zolang u direct zichtcontact met het model heeft. Rijd daarom ook niet ´s nachts.
• Rijd alleen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door alcohol of
medicijnen kan, net zoals bij een echt voertuig, verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Denk eraan dat u met dit modelvoertuig niet op de openbare weg, pleinen en straten mag rijden. Gebruik
het ook niet zonder toestemming van de eigenaar op privéterrein.
• Rijd niet naar mensen of dieren toe!
• Vermijd het rijden bij zeer lage omgevingstemperaturen. Kunststof onderdelen verliezen hierdoor aan
elasticiteit, wat reeds bij een licht ongeluk grote schade kan veroorzaken.
98