Minitrix 89 826 Serie Mode D'emploi page 24

Informatie over het voorbeeld
De Beierse klasse D II (R 3/3)
Nadat de locomotieven van de serie D II in 1894 bij de
Länderbahnen volledig buiten dienst waren gesteld, werd
de benaming opnieuw toegekend aan de nieuwe rangeerlo-
comotieven die vanaf 1898 werden gebouwd. Deze D II (II)
kan worden beschouwd als een verdere ontwikkeling van
de robuuste en krachtige D V-klasse. De modellen die vanaf
1906 werden gebouwd, kregen de aanduiding R 3/3.
In de loop der jaren van de productie van deze locomotief
werden een aantal wijzigingen aangebracht. Zo werd
bijvoorbeeld vanaf 1920 overgeschakeld op hulsbuffers.
Elektrische verlichting werd ingevoerd na WW2. De ketel
bleef echter vrijwel ongewijzigd en kon dus gemakkelijk
tussen de locomotieven worden uitgewisseld.
Ook na de oorlog waren de locomotieven nog in dienst. Zij
werden ingedeeld als BR 89.6 of BR 89.7 (R3/3). Sommige
locomotieven waren ook in gebruik in Polen (TKh101) of in
Oostenrijk (serie 789). Het laatste exemplaar werd in 1960
buiten dienst gesteld.
Type Cn2
Lengte over de buffers 9410 mm
Vermogen 430 PS
Maximumsnelheid 45 km/h
Dienstmassa 44,8 t
Bouwjaar vanaf 1898
4