Doseren reinigingsmiddel
Reinigingsmiddelen maken het schoonmaken gemakkelijker.
–
Ze worden uit een externe reinigingsmiddeltank aangezogen.
Het apparaat is in de basisuitvoering uitgerust met een do-
–
seerventiel (C). Een tweede doseervoorziening (doseerven-
tiel D) is als accessoire verkrijgbaar. Dan heeft u de
mogelijkheid twee verschillende reinigingsmiddelen aan te
zuigen.
De gedoseerde hoeveelheid wordt met de reinigingsmiddel-
–
doseerventielen (C of D) op het bedieningspaneel ingesteld.
De ingestelde waarde komt overeen met het reinigingsmid-
delgehalte in procenten.
De buitenste schaal geldt bij het gebruik van onverdund reini-
–
gingsmiddel (100 % CHEM).
De binnenste schaal geldt bij het gebruik van 1+3 voorver-
–
dund reinigingsmiddel (25 % CHEM + 75% water).
De volgende tabel geeft het reinigingsmiddelverbruik voor de
waarden op de buitenste schaal weer:
Stand
Hoeveelheid reinigingsmiddel [l/h]
Reinigingsmiddelconcentratie [%]
De exact gedoseerde hoeveelheid is afhankelijk van:
Viscositeit van het reinigingsmiddel
–
Zuighoogte
–
Stromingsweerstand van de hogedrukleiding
–
Als er een exacte dosering nodig is, dan moet de aangezogen
hoeveelheid reinigingsmiddel worden gemeten (bijv. door aan-
zuigen uit een maatbeker).
Instructie: Aanbevelingen betreffende reinigingsmiddelen vindt
u in het hoofdstuk „Accessoires".
Ontharder bijvullen
Voorzichtig
Door gebruik zonder onthardingsmiddel kan de doorloopgeiser
verkalken.
Als het onthardingsmiddelreservoir leeg is, knippert het controle-
lampje Verkalkingsbeveiliging (H).
Afbeelding 1 - pos. 8
Onthardingsmiddelreservoir bijvullen met onthardingsvloei-
stof RM 110 (2.780-001).
88
All manuals and user guides at all-guides.com
0,5
1
8
14...15 22...24
50
1,5
2,5
> 5
NL
Buitenwerkingstelling
Gevaar
Verbrandingsgevaar door heet water! Na de werking met heet
water moet het apparaat ter afkoeling minstens twee minuten
met koud water en met geopend pistool gebruikt worden.
Na het gebruik met reinigingsmiddel
Bij gebruik met heet water de temperatuurregelaar (B) op de
laagste temperatuur zetten.
Apparaat tenminste 30 seconden lang zonder reinigingsmid-
del gebruiken.
Apparaat uitschakelen
Apparaatschakelaar (A) op "0" zetten.
Watertoevoer sluiten.
Handspuitpistool bedienen tot het apparaat drukvrij is.
Handspuitpistool met veiligheidspal beveiligen tegen onbe-
doeld openen.
Stillegging
Bij langere werkonderbrekingen of als vorstvrije opslag niet mo-
gelijk is, dienen de volgende maatregelen te worden genomen
(zie het hoofdstuk „Onderhoudsvoorschriften",de paragraaf over
„Vorstbeveiliging" :
Water aflaten.
Apparaat met antivriesmiddel spoelen.
Hoofdschakelaar uitschakelen en borgen c.q. Cekon-stekker
uittrekken.
Sluit de gastoevoer.
Opslag
Voorzichtig
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het gewicht van het appa-
raat bij opbergen in acht nemen.
Vervoer
Voorzichtig
Gevaar voor letsels en beschadigingen! Houd bij het transport re-
kening met het gewicht van het apparaat.
Bij het transport in voertuigen moet het apparaat conform de
geldige richtlijnen beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
6
-