Op de afstandsbediening
Met de PLAYMODE- en RPT/ENT-
knoppen op de afstandsbediening kunt u
verschillende afspeelstanden selecteren.
PLAYMODE
Bedieningsknop
Een afspeelstand selecteren
1
Druk op PLAYMODE terwijl de
recorder afspeelt of is gestopt.
Telkens als u op deze knop drukt,
verandert de afspeelstand als volgt.
Uitleesvenster op de
afstandsbediening
Indicatie (Afspeelstand)
— (Alle muziekstukken worden
één maal afgespeeld.)
r
1 (Er wordt één muziekstuk
afgespeeld.)
r
SHUF (Nadat het gekozen
muziekstuk is afgespeeld, worden
de overige muziekstukken in
willekeurige volgorde afgespeeld.)
r
PGM (De muziekstukken worden
in de door u opgegeven volgorde
afgespeeld.)
36
-NL
RPT/ENT
Indicatie afspeelstand
Een programma maken
(Program play)
1
Als de recorder is gestopt, afspeelt of
pauzeert, drukt u herhaaldelijk op
PLAYMODE totdat "PGM " op het
uitleesvenster knippert.
2
Draai de bedieningsknop naar .
of naar N> om een muziekstuk
te selecteren.
Muziekstuk-
Programmanummer
nummer
3
Druk op RPT/ENT om een
muziekstuknummer te selecteren.
4
Herhaal stap 2 en 3 als u meer
muziekstukken wilt programmeren.
5
Druk ten minste 2 seconden op RPT/
ENT.
z
• Het programma blijft in het geheugen
opgeslagen, ook als het afspelen gereed is of
is onderbroken.
• U kunt maximaal 20 muziekstukken
programmeren.
Opmerkingen
• Alle programma-instellingen gaan verloren
als de disc uit de recorder wordt verwijderd.
• Als u het programmeren 5 minuten
onderbreekt terwijl de recorder is gestopt,
worden de muziekstukken die tot dan toe zijn
geselecteerd, als programma ingevoerd.
Herhaald afspelen
Druk tijdens het afspelen op RPT/ENT op de
afstandsbediening.
"
" verschijnt op het uitleesvenster.
z
De instellingen kunnen worden opgeslagen in
het Persoonlijk discgeheugen (pagina 39).