Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
er geen druk meer in het apparaat is en de
watertoevoer stopt. Dan het spuitpistool met
de veiligheidsvergrendeling tegen
ongewenste inschakeling borgen. De naar de
spuitmond leidende waterbuis verwijderen en
het resterende water uit alle slangdelen
uitlaten. De slangdelen zorgvuldig oprollen
waarbij knik- en knelplaatsen absoluut
vermeden moeten worden. Bij deze
werkzaamheden de slangelementen op
mogelijke schade controleren en naar
behoefte onderdelen vervangen. Onder druk
staande defecte slangen kunnen zeer
gevaarlijk worden!
•
Voor opslag met de uitgeschakelde
motor de benzinekraan sluiten (OFF).
Storingen – Oorzaken -
Oplossingen
Probleem:
Wisselende druk
Oorzaak:
1. Pomp trekt lucht, ventielen
raken vervuild, versleten of
ingeklemd.
2. Spuitmond verstopt.
Maatregel:
1. Alle aansluitingen op
dichtheid controleren.
2. Verstopping met de
spuitmondreiniger
verwijderen.
Probleem:
Uit de pomp treedt water uit.
Oorzaak:
1. Pakkingen versleten.
Maatregel:
1. Contact met klantendienst
opnemen.
Probleem:
De pomp bereikt de
noodzakelijke druk niet.
Oorzaak:
1. Pomp neemt bij de
aansluitingen of aan de slang
valse lucht.
2. Inlaat-, resp. uitlaatventielen
verstopt.
3. Uitlaatventiel geblokkeerd.
4. Waterbuis of de spuitmond
versleten.
Maatregel:
1. Alle aansluitingen op
dichtheid controleren.
2. Ventielen reinigen of
vervangen, apparaat door de
klantendienst laten
controleren.
3. Met instelschroef losmaken
of vastdraaien.
All manuals and user guides at all-guides.com
51
4. Controleren en bij behoefte
vervangen.
Probleem:
Pomp draait maar verpompt
geen water
Oorzaak:
1.
Inlaat of drukslang verstopt,
resp. geklemd.
2.
Inlaatfilter verstopt.
3.
Spuitmond verstopt.
Maatregel:
1. Controleren, richten en bij
behoefte vervangen.
2. Filter uitnemen en reinigen.
3. Verstopping met de
spuitmondreiniger
verwijderen.
Schoonmaken en onderhoud
Verstopping verwijderen (afb. 16)
Waarschuwing: Voordat het apparaat
gecontroleerd, gereinigd, onderhouden of
gewijzigd wordt, dient de motor uitgeschakeld te
worden en afgekoeld te zijn. De druk moet
geheel afgebouwd zijn. Indien de werking van de
waterkraan steeds verandert of het water niet
regelmatig stroomt, laat dan de spuithendel los
en schakel het apparaat uit. Bedien bij het
uitgeschakelde apparaat de spuithendel om de
resterende druk uit te laten. Controleer de
spuitmond aan het einde van de waterbuis op
mogelijke verstoppingen. Indien een verstopping
wordt vermoed, verwijder deze met de speciale
reiniger. De waterspuitmond dient met
regelmatige intervallen, met de meegeleverde
spuitmondreiniger, gecontroleerd en
onderhouden te worden. Voor deze
werkzaamheden dient de motor absoluut
uitgeschakeld te zijn en het apparaat dient van
de watertoevoer afgekoppeld te zijn.
Regelmatige onderhoudswerkzaamheden
Bougie (afb. 5)Na elke 50 bedrijfsuren moet de
bougie gecontroleerd worden. Controleer de
kleur van de afzettingen aan het einde van de
bougie. De kleur moet "licht bruin - reebruin" zijn.
Verwijder de afzettingen met een staalborstel.
Controleer de afstand van de elektrode aan de
bougie en stel deze, indien nodig, op de juiste
afstand van 0,7-0,8 mm in.
Motorolie bijvullen/verversen (afb. 12)
Wij adviseren een eerste verversing van de
motorolie na 40 bedrijfsuren, aansluitend elke
100 uren.
•
Het apparaat op een vlakke ondergrond
plaatsen en de motor enige minuten lang
warm laten draaien.
Publicité
