1.0
TOEPASSING VAN HET PRODUCT
1.1
DOEL: Verankeringsconnectors zijn ontworpen om bevestigingspunten voor de verankeringen te bieden voor valstop-
valbeperkingsystemen
;
Alleen valbescherming: Deze verankeringsconnector dient voor het verbinden van valbeveiligingsapparatuur.
Verbind geen hijsapparatuur aan deze verankeringsconnector.
1.2
NORMEN: Uw verankeringsconnector voldoet aan de nationale of regionale norm(en) die staan vermeld op de omslag
van deze instructies. Als dit product opnieuw verkocht wordt buiten het oorspronkelijke land van bestemming, dient de
wederverkoper deze instructies te leveren in de taal van het land waarin het product gebruikt gaat worden.
1.3
TOEZICHT: Het gebruik van deze apparatuur moet plaatsvinden onder toezicht van een deskundige
1.4
OPLEIDING: Deze apparatuur moet geïnstalleerd en gebruikt worden door personen die getraind zijn in de juiste
toepassing ervan. Deze handleiding moet gebruikt worden als onderdeel van een trainingsprogramma voor medewerkers
zoals dat vereist wordt door CE. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruikers en installateurs van deze apparatuur
om zich ervan te verzekeren dat ze deze instructies kennen, getraind zijn in het juiste gebruik en de verzorging van de
apparatuur, en dat ze zich bewust zijn van de gebruikskenmerken, toepassingsbeperkingen en de gevolgen van enig
onjuist gebruik van deze apparatuur.
1.5
REDDINGSPLAN: Wanneer deze apparatuur en verbindende subsystemen worden gebruikt, dient de werkgever
te beschikken over een reddingsplan. Ook moet hij de middelen binnen bereik hebben om het reddingsplan te
implementeren en te communiceren naar gebruikers, bevoegde personen
een getraind reddingsteam ter plekke aanwezig is. Teamleden moeten de apparatuur en technieken aangeleverd krijgen
om een succesvolle reddingsactie te verrichten. Er moet op periodieke basis training gegeven worden om ervoor te zorgen
dat de kennis van de redders actueel blijft.
1.6
REGELMAAT VAN INSPECTIE: Iedere gebruiker dient de verankeringsconnector voorafgaand aan gebruik te
inspecteren. Eventueel kan het apparaat ook worden beoordeeld door een andere deskundige dan de gebruiker. Er mag niet
meer dan een jaar tussen de inspecties liggen.
onderhoud". De resultaten van elke inspectie door een deskundige moeten worden genoteerd op kopieën van het "Inspectie-
en onderhoudslogboek".
1.7
NA EEN VAL: Als de verankeringsconnector wordt blootgesteld aan de krachten om een val te stoppen, moet deze
onmiddellijk buiten gebruik worden genomen, duidelijk gemarkeerd met "NIET GEBRUIKEN" en vervolgens worden
vernietigd.
2.0
SYSTEEMEISEN
2.1
VERANKERING: Verankeringsvereisten variëren afhankelijk van de toepassing van de valbeveiliging. De constructie
waarop de verankeringsconnector wordt geplaatst of gemonteerd, moet voldoen aan de verankeringsspecificaties die in
Tabel 1 staan.
2.2
PERSOONLIJK VALSTOPSYSTEEM: Figuur 1 illustreert de toepassing van deze verankeringsconnector. Persoonlijke
systemen voor valbescherming (PFAS) die worden gebruikt in combinatie met het systeem moeten voldoen aan de
geldende normen, codes en vereisten voor valbescherming. De PFAS moet zijn voorzien van een volledig lichaamsharnas
en de valstopkracht beperken tot de volgende waarden:
PFAS met schokdempende lijnen
PFAS met automatisch blokkerend
valstopsysteem (SRD)
2.3
GEVAREN: Gebruik van deze apparatuur in gebieden met gevaren voor het milieu kan aanvullende
voorzorgsmaatregelen vereisen, om de mogelijkheid van letsel voor de gebruiker of beschadiging aan de apparatuur te
voorkomen. Gevaren kunnen bestaan uit, maar zijn niet beperkt tot: hitte, bijtende chemicaliën, corrosieve omgevingen,
hoogspanningsleidingen, explosieve of giftige gassen, bewegende machines, scherpe randen en bovenhoofds materiaal
dat kan vallen en de gebruiker of het persoonlijke valstopsysteem kan raken.
2.4
VRIJE VAL: Raadpleeg de instructies van uw valstopsubsysteem voor specifieke informatie over het berekenen van de
vrije val.
1 Valstopsysteem:
Een verzameling valbeveiligingsapparatuur die is geconfigureerd om een val te stoppen.
2 Systeem voor valbeperking:
valgevaar bereikt.
3 Deskundige:
Een persoon die in staat is om bestaande en voorspelbare gevaren in de werkomgeving of -omstandigheden te identificeren die onhygiënisch,
gevaarlijk of riskant zijn voor werknemers, en die bevoegd is om direct corrigerende acties te ondernemen om gevaren te elimineren.
4 Bevoegd persoon:
Een persoon die door de werkgever aangewezen is om werk uit te voeren op een locatie waar de persoon blootgesteld wordt aan een
valrisico.
5 Redder:
Een andere persoon of andere personen dan de te redden persoon, die optreedt of optreden om een geassisteerde redding uit te voeren door middel van
een reddingssysteem.
6 Regelmaat van inspectie:
door deskundigen wordt opgevoerd.
: beperking, werkpositionering, personeelbewegingen, redding, enz.
2
De inspectieprocedures zijn beschreven in het "Logboek voor inspectie en
6
Een verzameling valbeveiligingsapparatuur die is geconfigureerd om te voorkomen dat het zwaartepunt van de persoon een
Extreme werkomstandigheden (moeilijke omgevingen, langdurig gebruik, enz.) kunnen vereisen dat de frequentie van inspecties
en reddingswerkers
4
Maximale valstopkracht
6 kN (1.350 lb)
6 kN (1.350 lb)
38
.
3
. Het wordt aanbevolen dat
5
Vrije val
Raadpleeg de instructie(s) bij uw lijn of SRD
voor beperkingen van de vrije val.
of
1