b) Spanningsmeting „V"
Voor het meten van gelijkspanningen „V/DC" gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „V
- Steek het rode meetsnoer in de rode meetbus „V" (8), het
zwarte meetsnoer in de „EARTH"-meetbus (7).
- Sluit nu de beide meetsondes aan op het te meten object
(batterij, schakeling enz.). Het rode meetpunt komt over-
een met de pluspool, het zwarte meetpunt met de minpool.
- De betreffende polariteit van de meetwaarde wordt samen
met de actuele meetwaarde in de display weergegeven.
s er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een „-"
(min)-teken te zien, dan is de gemeten spanning
negatief (of de meetsnoeren zijn verwisseld).
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het te meten
object, en schakel de DMM uit.
Voor het meten van wisselspanningen „V/AC" gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM met de draaischakelaar in en kies het meetbereik „V
- Steek het rode meetsnoer in de rode meetbus „V" (8), het
zwarte meetsnoer in de „EARTH"-meetbus (7).
- Sluit nu de beide meetsondes aan op het te meten object
(generator, schakeling enz.).
- De meetwaarde wordt op de display weergegeven.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het te meten
object, en schakel de DMM uit.
".
"
115