4
Elektrische aansluitingen
Aansluiten van de twee motoren.
De verbindingskabel tussen de motoren moet worden aangelegd vóórdat op de netvoeding
aangesloten wordt. De motor M1 moet worden aangebracht op de paal van de vleugel die
het eerst opengaat en het laatst dichtgaat.
Geval 1 : de motor M1 bestuurt de linkervleugel, , die het eerst opengaat en het laatst dichtgaat:
M1
Geval 2 : de motor M1 bestuurt de rechtervleugel, die het eerst opengaat en het laatst dichtgaat:
M2
Motor M1 is altijd aangesloten op de klemmen 11 en 12.
Motor M2 is altijd aangesloten op de klemmen 13 en 14.
M2
M1
21