NEDERLANDS
thermostaat het circuit en wordt de haard ingeschakeld.
De externe thermostaat moet worden aangesloten op de
twee klemmen op het elektronisch blad, die fabrieksmatig
zijn aangebracht. Ontkoppel beide klemmen en sluit de
twee contacten van de thermostaat erop aan.
Het is belangrijk om de haard in configuratie 2 te zetten
aan de hand van de instructies uit het hoofdstuk "Eerste
configuratie". .
Na installatie van de chronothermostaat moet de haard
de eerste keer handmatig worden ontstoken omdat de
chronothermostaat in de "oproepmodus" staat. Ga op
dezelfde manier te werk na aan stroomstoring of na het
handmatig uitschakelen van de haard.
Aanbevolen wordt om de tijdschakelaar van de oven uit te
zetten (OFF-positie) zodat de werking niet interfereert
met de werkingsperiode van de haard (zie hoofdstuk. 10.1).
6.3 EERSTE CONFIGURATIE
A ankelijk van het soort installatie moet de haard correct
worden geconfigureerd voor optimale werking.
Schakel voor dit doeleinde eerst de haard in met de
schakelaar op de achterkant.
a) Kies met de pijltjesknoppen het
en druk op
;
b) Kies nummer
met de knop
"7"
;
c) Kies het submenu
[30]
„
begint te knipperen.
--0"
d) Druk op de knop
en voer
e) Druk op de knop
, om te bevestigen.
f) De huidige configuratie wordt weergegeven.
g) Druk om te wijzigen op de knop
knoppen
selecteer het corresponderende nummer
van de nieuwe configuratie.
h) Druk op de knop
, om te bevestigen.
Na wijziging van de configuratie kan er gedurende enkele
seconden een alarmmededeling verschijnen. Negeer
deze en schakel de haard uit met de schakelaar op de
achterkant. Wacht een paar seconden en schakel de haard
vervolgens weer in.
ER KUNNEN TWEE VERSCHILLENDE
CONFIGURATIES
GEPROGRAMMEERD:
CONFIGURATIE 1 (standaard)
Deze configuratie is tevens geschikt voor het handmatig
of geprogrammeerd ontsteken en doven van de haard.
De haard past zijn vermogen aan de omgevingstemperatuur
aan via een ingebouwde sensor.
De "Eco Mode" kan worden ingeschakeld zodat de haard
uitgaat na het bereiken van de ingestelde temperatuur
en opnieuw wordt ingeschakeld zodra de temperatuur in
de ruimte daalt.
In deze configuratie kan ook de antibevriezingsfunctie worden
gekozen.
CONFIGURATIE 2
Stel deze configuratie in wanneer de haard wordt bediend
door een externe (chrono)thermostaat.
In deze configuratie wordt de haard ingeschakeld nadat
de externe thermostaat aangaat en de geprogrammeerde
temperatuur bereikt is.
In deze configuratie is de anti-bevriezingsfunctie niet
beschikbaar.
56
menu configuratie
en bevestig met de knop
met de knoppen
in met de
;
"54"
en met behulp van de
WORDEN
7 BESCHRIJVING VAN DE
HAARD
7.1 BEDIENINGSPANEEL
D
C
Aanduiding van het bedieningspaneel:
A) bovenste deel met ledlampjes voor de staat van
de haard en verlichte iconen die de afzonderlijke
functies aanduiden,
B) ledscherm,
C) ontbrandingsknop
D) knop "Annuleren" en alarm weergeven
E) twee pijltjesknoppen om te navigeren door
verschillende menu's
;
F) twee knoppen
modificatie van werkingsparameters,
G) erstuurknop
en keuzes.
Omdat dit een aanraakpaneel is, hoeven de knoppen alleen
maar te worden ingedrukt om ze te activeren.
7.1.1 Ledlampjes voor de staat van de haard
ICOON
MEDEDELING
Pellets bijna op
Onderhoud
Ondersteuning
Radio apparaat
ontvanger
Tijdschakelaar
geactiveerd
Ledlampje voor de
staat van de haard
(naast
de
)
A
B
E
,
,
,
en
dtoegang tot submenu's en
voor het bevestigen van parameters
BESCHRIJVING
De pelletbak moet worden
bijgevuld.
Er moet onderhoud worden
gepleegd.
Het alarm is ingeschakeld.
LED altijd aan: het paneel is
gekoppeld met het radioapparaat
Intermitterende LED: in
koppelingsstatus, koppelen
LED uit: geen apparaat
aangesloten
De tijdschakelaar is ingescha-
keld.
Het ledlampje brandt: de
haard is ingeschakeld.
knop
Het ledlampje knippert: de
haard wordt ontbrandt of
staat in de standbymodus.
Het ledlampje is uit: de haard
is uitgeschakeld.
F
G
Abf. 7.1