Bij 5.3 Alarmgedrag - weergave van foutmeldingen
Het gedrag van het instrument in geval van storing is instelbaar. Voor alle analoge ingangen kan het
meetbereik vrij worden gedefinieerd en kan het alarmgedrag bij het overschrijden van de
bereiksgrenzen worden vastgelegd. Verder kan het alarmgedrag bij het optreden van speciale
procesfouten (bijv. natte stoom toestand) worden ingesteld.
Het alarmgedrag heeft invloed op de aanwijzing, tellers en uitgangen.
In de bedieningspositie SetupÉBasisinstellingenÉAlarmgedrag wordt het alarmgedrag van het
instrument gedefinieerd.
Default-instelling:
Procesfouten worden altijd als zogenaamde instructiemeldingen getoond, d.w.z. fouten hebben
geen invloed op de tellers en uitgangen. Voor de bereiksgrenzen van de analoge ingangen (stroom)
gelden de NAMUR-richtlijnen. (3,6/3,8/20,5/21mA)
Vrij instelbaar:
Het alarmgedrag van de in- en uitgangen en de gebruikersgerelateerde procesfouten zijn individueel
instelbaar. Daardoor kan het gedrag van de momentele waardeberekeningen, tellers en uitgangen
expliciet worden gedefinieerd.
"
Opgelet!
Bij het terugzetten van "Vrij instelbaar" naar "Default-instelling" worden alle bedieningsposities voor
de instelling van het alarmgedrag teruggezet naar de defaultwaarden (overschreven!).
Alarmgedrag
Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee alarmtypen "Opmerking" en "Storing"
Momentele waarde
Teller
Uitgangen
Aanwijzing
Instelparameters voor het alarmgedrag van de ingangen
a) Analoge ingangen
Voor alle analoge ingangen kunnen de signaalbereiksgrenzen vrij worden ingesteld. Hiervoor
moeten waarden voor de bovenste en onderste meetbereikgrenswaarde en de kabelbreukgrenzen
worden gedefinieerd, zie het navolgende voorbeeld.
Waarschuwing
De berekening van de actuele proceswaarde volgt gebaseerd op het ingestelde gedrag (laatste
waarde, vaste waarde, extrapolatie), zie onder ingangen.
Normale tellers lopen verder
Uitgangen worden niet beïnvloed.
Kleuromslag en weergeven van een
alarmmelding instelbaar
Storing
Tellerstop. Foutieve hoeveelheden worden
op een separate storingshoeveelhedentellers
geregistreerd (deze kan op het display
worden getoond en via de impulsuitgang
worden uitgestuurd)
Uitgangen reageren overeenkomstig het
ingestelde foutgedrag
Kleuromslag naar rood, weergave van een
alarmmelding instelbaar
17