NEDERLANDS
De accu plaatsen en verwijderen (afb. B)
Plaats de accu (5) door deze op één lijn te plaatsen met
u
het contragedeelte op het gereedschap. Schuif de accu in
het vak en duw tot de accu vastklikt.
Druk, wanneer u de accu wilt verwijderen, op de ontgren-
u
delingsknoppen (5a) en trek tegelijkertijd de accu uit het
contragedeelte.
Een schroefbit of dop plaatsen of verwijderen (fig.
C)
Dit gereedschap is uitgerust met een snelspanknop, zodat u
bits gemakkelijk kunt verwisselen.
Waarschuwing! Controleer voor u accessoires plaatst of
verwijdert, dat het gereedschap is vergrendeld zodat de
schakelaar niet per ongeluk kan worden geactiveerd.
Vergrendel het gereedschap door de schuifknop voor
u
vooruit/achteruit (2) in de middelste stand te zetten.
Trek aan de spanknopring (4) weg van de voorzijde van
u
het gereedschap en houd de knop vast.
Plaats de bitschacht (8) in de spanknop (3).
u
Laat de ring los. Het accessoire is vergrendeld.
u
Opmerking! Herhaal de bovenstaande stappen als u de bit/
dop wilt verwijderen.
Waarschuwing! Gebruik alleen slagdoppen. Andere doppen
dan slagdoppen kunnen breken en dat kan leiden tot een
gevaarlijke situatie. Inspecteer de dop voor gebruik zodat u
zeker weet dat er geen scheuren in zitten.
Gebruik van het gereedschap
Waarschuwing! Laat het gereedschap op zijn eigen snelheid
werken. Overbelast het gereedschap niet.
De accu opladen (afb. A)
De accu moet vóór het eerste gebruik worden opgeladen,
en ook zodra de accu niet meer voldoende vermogen levert
voor taken die eerst gemakkelijk konden worden uitgevoerd.
Tijdens het opladen kan de accu warm worden. Dit is normaal
en duidt niet op een probleem.
Waarschuwing! Laad de accu niet op bij een omgevingstem-
peratuur lager dan 10 °C of hoger dan 40 °C. De aanbevolen
laadtemperatuur ligt op ongev. 24 °C.
Opmerking: De lader functioneert niet als de temperatuur
van de accu lager is dan ongeveer 10 °C of hoger dan 40
°C.
Laat de accu in dat geval in de lader zitten. De lader wordt
automatisch ingeschakeld wanneer de accu de juiste
temperatuur heeft.
Als u de accu (5) wilt opladen, schuift u de accu in de
u
lader (7). De accu past maar op één manier in de lader.
Oefen er geen kracht op uit. Controleer dat de accu goed
in de lader is geplaatst.
Steek de stekker van de lader in een stopcontact.
u
30
(Vertaling van de originele instructies)
Het indicatielampje van de oplader (8) blijft (langzaam) groen
knipperen.
Wanneer het indicatielampje (8) continu groen brandt, is de
accu volledig opgeladen.
U kunt de accu voor onbeperkte tijd in de lader laten zitten,
terwijl het Led-lampje brandt. Het Led-lampje gaat groen knip-
peren (opladen), omdat de accu zo nu en dan door de lader
wordt bijgeladen. Het indicatielampje (8) blijft branden zolang
de accu zich op de lader bevindt en de lader is aangesloten
op het stopcontact.
Lege accu's moet u binnen 1 week opladen. Als u accu's
u
leeg bewaart, loopt de levensduur van de accu's aanzien-
lijk terug.
De accu in de lader laten zitten
U kunt de accu voor onbeperkte tijd in de lader laten zitten
terwijl het Led-lampje brandt. De lader zorgt ervoor dat de
accu altijd volledig opgeladen is.
Diagnose van de accu door de lader
Als er wordt geconstateerd dat de accu bijna leeg is of be-
schadigd is, gaat het indicatielampje van de oplader (8) snel
rood knipperen. Ga in dat geval als volgt te werk:
Plaats de accu (5) weer.
u
Als de oplaadlampjes snel rood blijven knipperen,
u
controleer dan met een andere accu of de lader wel goed
werkt.
Als de andere accu goed wordt opgeladen, is de
u
oorspronkelijke accu defect. Breng de accu naar een
servicecentrum voor recycling.
Als het lampje ook bij de andere accu snel knippert, moet
u
u de lader laten testen bij een erkend servicecentrum.
Opmerking: Het kan soms wel 60 minuten duren voordat
kan worden vastgesteld dat de accu niet goed func-
tioneert. Als de accu te warm of te koud is, knippert het
lampje afwisselend snel en langzaam rood.
De draairichting selecteren (afb. D)
Gebruik de draairichting voorruit (rechtsom) om vast te
draaien. Gebruik de draairichting achteruit (linksom) om los
te draaien.
Druk, als u vooruit draaien wilt selecteren, de schuifknop
u
voor vooruit/achteruit (2) naar links.
Druk, als u achteruit draaien wilt selecteren, de schuifknop
u
voor vooruit/achteruit naar rechts.
U kunt het gereedschap vergrendelen door de schuifknop
u
voor vooruit/achteruit in de middelste stand te zetten.
Schroeven/moeren aanzetten
Selecteer de juiste bit/dop voor de schroef of moer die
u
moet worden aangedraaid.
Selecteer voorruit of achteruit zoals hierboven beschre-
u
ven.