of
Verlichting in/uitschakelen
Om de verlichting te activeren drukt U op de linker richtingaanwijzer toets (3) gedurende drie
seconden. De status indicator geeft het symbool van de verlichting weer.
of
Waarschuwingsknipperlichten in/uitschakelen
Om de waarschuwingsknipperlichten te activeren drukt U op de rechter richtingaanwijzer
toets (4) gedurende drie seconden. De status indicator geeft het symbool van de
waarschuwingsknipperlichten weer.
of
Selecteer de verlichtingsfunctie met behulp van de
selectie toets (9). Op het beeldscherm verschijnt het
menu voor de verlichting.
Beweeg de joystick naar links of rechts om de linkse
of rechtse richtingsaanwijzer te activeren links of
rechts.
Om terug te gaan naar het algemene rijprogramma
drukt U op de rijprofielen toets (8).
Selecteer de verlichtingsfunctie met behulp van de
selectie toets (9). Op het beeldscherm verschijnt het
menu voor de verlichting.
Beweeg de joystick naar boven om de verlichting te
activeren.
Om terug te gaan naar het algemene rijprogramma
drukt U op de rijprofielen toets (8).
Selecteer de verlichtingsfunctie met behulp van de
selectie toets (9). Op het beeldscherm verschijnt het
menu voor de verlichting.
Beweeg
de
joystick
naar
waarschuwingknipperlichten te activeren.
Om terug te gaan naar het algemene rijprogramma
drukt U op de rijprofielen toets (8).
41
beneden
om
de
DX2 Besturing
vD - 2013-04