16. Laad de gazonmaaier niet in een stoffige
plaats.
17. Stop onmiddellijk met laden wanneer u iets
abnormaals opmerkt. Verzend of breng de
acculader en de gazonmaaier naar uw dichtst-
bijzijnde Makita service-centrum of handelaar
om deze te laten nakijken.
18. Probeer niet de acculader uit elkaar te nemen
of te wijzigen.
19. Steek geen metalen voorwerpen of andere
voorwerpen die er niet horen in de oplaadplug.
Dit zal kortsluiting veroorzaken, met brand-
wonden en defect van de acculader als gevolg.
20. Deze acculader bevat onderdelen, zoals scha-
kelaars en relais, die vonken kunnen veroor-
zaken. Wanneer u de gazonmaaier in een
garage of gelijksoortige plaats laadt, dient u
de acculader in een daarvoor geschikte kamer
of afgescheiden ruimte te plaatsen.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR DE GAZONMAAIER
1. STEEK DE SLEUTEL NIET IN DE GAZON-
MAAIER ALVORENS DEZE GEREED IS VOOR
GEBRUIK.
2. Pak de blootgestelde messen of de sneden
van de messen niet vast wanneer u de gazon-
maaier oppakt of vasthoudt.
3. Lichamelijke conditie — Bedien de gazon-
maaier niet onder invloed van verdovende
middelen, alcohol of medicamenten.
4. Houd de beschermkappen op hun plaats en in
goed bedrijf.
5. Breng uw handen en voeten niet in de nabij-
heid van het draaiende mes. Let op — Na het
uitschakelen blijft het mes een tijdje freewhee-
len.
6. Verwijder de sleutel alvorens de gazonmaaier
een onderhoudsbeurt te geven, te reinigen, of
materiaal ervan te verwijderen.
7. Gebruik uitsluitend originele Makita messen
die in deze gebruiksaanwijzing zijn gespecifi-
ceerd.
8. Controleer de messen zorgvuldig op barsten
of beschadiging alvorens de maaimachine te
gebruiken. Vervang gebarsten of beschadigde
messen onmiddellijk.
9. Verwijder ongewenst materiaal zoals steen-
tjes, metaaldraad, botten en grote takken uit
de werkomgeving alvorens met het maaien te
beginnen,
teneinde
beschadiging van de machine te voorkomen.
10. Stop het gebruik onmiddellijk wanneer u iets
abnormaals opmerkt. Schakel de machine uit
en verwijder de sleutel. Inspecteer daarna de
machine.
All manuals and user guides at all-guides.com
persoonlijk
letsel
of
11. PROBEER NOOIT DE WIELHOOGTE AF TE
STELLEN
TERWIJL
DRAAIT.
12. LAAT DE SCHAKELHENDEL LOS EN WACHT
TOTDAT HET MES TOT STILSTAND IS GEKO-
MEN, ALVORENS OPRIJLANEN, VOETPADEN,
WEGEN OF ANDERE MET GRIND BEDEKTE
PLAATSEN OVER TE STEKEN. Verwijder ook
de sleutel wanneer u de machine achterlaat,
uw hand uitsteekt om iets in uw omgeving op
te rapen of te verwijderen, of wanneer u iets
anders gaat doen waardoor uw aandacht kan
worden afgeleid.
13. Voorwerpen die door het draaiend mes wor-
den weggeslagen, kunnen ernstige verwon-
dingen veroorzaken. Controleer het gazon
altijd zorgvuldig en verwijder alle ongewenste
voorwerpen alvorens met het maaien te begin-
nen.
14. Indien de gazonmaaier tegen een vreemd
voorwerp stoot, dient u het volgende te doen:
I) Stop de gazonmaaier. Laat de schakelhen-
del los.
II) Verwijder de sleutel.
III) Inspecteer op beschadiging.
IV) Repareer eventuele beschadiging alvorens
de gazonmaaier opnieuw te starten en te
bedienen.
15. CONTROLEER DE ACHTERSTE OPVANGZAK
REGELMATIG OP SLIJTAGE OF BESCHADI-
GING. Maak de opvangzak altijd leeg alvorens
de machine op te bergen. Voor uw veiligheid,
dient u een versleten zak door een nieuwe zak
van hetzelfde fabrikaat te vervangen.
16. Stop de motor en verwijder de sleutel telkens
wanneer u de machine achterlaat, en ook tel-
kens voordat u begint met het reinigen van het
machinehuis of met het repareren of inspecte-
ren van de machine.
17. Maai in horizontale richting op hellingen, en
nooit op en neer. Wees uiterst voorzichtig
wanneer u van richting verandert op hellingen.
Maai nooit op zeer steile hellingen.
18. Was de machine niet met een slang; vermijd
dat water in de motor en de electrische verbin-
dingen terechtkomt.
19. Controleer regelmatig of de bevestigingsbout
van het mes goed vastzit.
20. Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en
schroeven goed vastzitten om het veilig
gebruik van de machine te verzekeren.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
DE
GAZONMAAIER
33