Télécharger Imprimer la page

S&P JETLINE Serie Manuel D'instructions page 13

Masquer les pouces Voir aussi pour JETLINE Serie:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 8
Bij het in bedrijf stellen moet het apparaat voldoen aan de volgende
richtlijnen:
• Laag voltage volgens 2014/35/EU richtlij
• Machine richtlijn 2006/42/EC
• Elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU
• ROHS richtlijn 2011/65/EU
INBEDRIJFSTELLING
• Controleer of de spannings- en frequentiewaarden van het stroom-
net gelijk zijn aan de waarden op het typeplaatje (maximale span-
ningsvariatie ± 10%).
• Controleer of de aarding, de aansluitingen aan de klemmen, de af-
dichtingen in de kabelingangen correct zijn uitgevoerd.
• In overeenstemming met de machinerichtlijn, indien de ventilator
toegankelijk is voor de gebruiker en er sprake is van een gezond-
heidsrisico, moeten de nodige beveiligingen worden geïnstalleerd
(zie S&P-catalogus).
• Controleer of de bewegende delen vrij kunnen bewegen.
• Controleer dat er geen overblijvende montagematerialen of vreem-
de voorwerpen kunnen worden opgezogen door de ventilator of zich
in de buurt of in de leidingen van de ventilator bevinden.
• Controleer of alle steunen goed zijn bevestigd en niet beschadigd.
• Bescherm het werkgebied en zet de motor aan.
• Controleer of de draairichting van de propeller en de luchtstroom
correct zijn.
• Controleer dat er geen abnormale trillingen worden waargenomen,
dat het verbruik de aangeduide waarden op het typeplaatje van de
ventilator niet overschrijdt.
• Controleer na twee uur bedrijf of de bevestigingen nog steeds vast-
zitten.
Deze apparaat wordt geschikt geacht voor toepassing in lan-
den met een warm en vochtig klimaat, zoals wordt gespeci-
ficeerd in de norm IEC 60721-2-1. Ook in andere landen mag
hij toegepast worden.
ELEKTROMOTOREN
Volg voor de elektrische aansluiting het aansluitschema in de hand-
leiding of de klemmenkast van de motor.
Voor installaties van rookafvoer bij brand, gebruik het kabeltype
CR1-C1 geschikt voor hoge temperaturen. De kabel moet steeds be-
schermd zijn tegen uv-straling. Bescherm de stroomkabels tegen
mechanische schade aan de motor.
Er mag geen enkel thermisch beschermtoestel in het stroomcircuit in
modus rookafvoer staan.
In ventilatiemodus moet de motor beschermd worden door een ther-
misch magnetische bescherming.
De meeste ventilatoren van S&P worden geleverd met wartels aange-
past aan kabels die doorgaans worden gebruikt in elektrische installa-
ties. Als de monteur echter een kabel gebruikt waarbij de wartel moet
worden vervangen, levert S&P geen alternatief. De monteur is verant-
woordelijk voor de goede pasvorm van de kabel en de wartel met de
toepassing en in overeenstemming met de richtlijnen van het land.
Zorg ervoor dat de thermische beveiligingen zijn aangesloten en func-
tioneren.
Zorg ervoor dat het systeem veilig is in geval van stroomstoring van de
ventilator. Zorg ervoor dat er geen gevaar is voor oververhitting van de
onderdelen (elektrische baterijen,...). Voorzie voorzorgsmaatregelen
om de ventilator te starten na een stroomstoring.
De motoren zijn uitgerust met levenslang gesmeerde lagers.
ONDERHOUD – REPARATIES
Het onderhoud en de reparaties van het product moeten worden
uitgevoerd door bevoegde personen en volgens de lokale en inter-
nationale normen. Alvorens dit apparaat te gebruiken, zorg ervoor
dat dit is afgesloten van het stroomnet, zelfs als het apparaat is uit-
geschakeld, en dat niemand het apparaat kan aanzetten tijdens de
interventie.
Het apparaat moet regelmatig worden gecontroleerd. De frequentie
hiervan moet zijn gebaseerd op de arbeidsomstandigheden om vui-
lophoping in de propeller, turbines, motores en roosters te voorko-
men, wat kan leiden tot risico's en de levensduur ervan aanzienlijk
kan verminderen.
De verificatieprocedure moet gebeuren in functie van de gebruiks-
voorwaarden.
Bij alle onderhouds- en reparatiewerken moeten de geldende veilig-
heidsnormen van elk land in acht worden genomen. Bij de schoon-
maak moet heel voorzichtig te werk worden gegaan om de propeller
of turbine niet uit balans te brengen.
Besteed aandacht aan de geluiden, trillingen of ongewone tempera-
turen. Indien een probleem wordt gedetecteerd, moet de ventilator
onmiddellijk worden gestopt om de oorzaak te achterhalen.
De staat van de propellers of turbines moet regelmatig worden ge-
controleerd om het risico op onbalans en trillingen te vermijden.
RESERVEONDERDELEN
Start niet voordat u de veiligheidsprocedure hebt gelezen, begrepen
en correct hebt uitgevoerd.
Zorg ervoor dat de personen bevoegd zijn voor het vereiste werk, dat
de reserveonderdelen geschikt zijn voor de toepassingen, dat de ge-
bruikte instrumenten en materialen beschikbaar zijn en zonder ge-
vaar voor de omgeving.
Identificeer de onderdelen en debevestigingen die moeten worden ge-
demonteerd om deze opnieuw op hun plaats te bevestigen.
Duid de gebruikte schroeven en afstellingen aan. Dit is belangrijk bij
de bevestiging van de motor waarbij vulstukken worden gebruikt om
te garanderen dat de propeller of de turbine worden gecentreerd.
CORRECTE INSTALLATIE
De ventilatoren moeten zodanig worden geïnstalleerd dat de luch-
tinlaat niet wordt geblokkeerd en goed afgemeten, en dat de lucht-
stroom bij de uitlaat niet te veel wordt verstoord. Alle turbulenties
hebben een negatieve invloed op de prestaties van de ventilator.
BUITENGEBRUIK STELLING EN RECYCLAGE
De ontmanteling en de recycling moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel en volgens de lokale en internationale nor-
men.
Koppel de ventilator los van het stroomnet, evenals alle gerelatio-
neerde elektrische uitrusting en zorg ervoor dat niemand deze op-
nieuw kan aansluiten tijdens de bediening.
Scheid de ventilator van het ventilatienet en bescherm de openingen
om te vermijden dat vuil of andere materialen binnenkomen.
Verwijder en demonteer de reserveonderdelen volgens de nationale
en internationale normen.
De regelgeving van de EG en onze verplichtingen t.o.v. de
komende generaties verplichten ons materialen te recy-
cleren. Wij verzoeken u dringend de verpakkingsresten in
de overeenkomstige recyclagecontainer te deponeren. Als
uw apparaat ook van dit symbool is voorzien, wilt u het dan
afvoeren bij een milieustraat, wanneer het niet meer te ma-
ken is.
De ventilatoreenheid is hoofdzakelijk gemaakt van staal, koper, fer-
riet, aluminium en kunststof. Deze componenten moeten in de vol-
gende categorieën worden gerecycled:
• Staal en ijzer
• Aluminium
• Non-ferro metalen
• Plastics
• Isolatiematerialen
• Kabels
• Elektronisch schroot
Voor twijfels met betrekking tot de S&P-producten, raadpleeg voor
Spanje de Dienst na Verkoop of uw leverancier buiten Spanje. Voor de
localisatie en voor de overeenkomstigheidsverklaring of enig ander
CE-document, raadpleeg de website www.solerpalau.com
NL
13

Publicité

loading