Verwarmingsfunctie
Onderwarmte
SPECIAAL
Verwarmingsfunctie
Inmaken
Drogen
Borden warmen
Ontdooien
Gratineren
Lage temperatuur ga‐
ren
Warm houden
Warmelucht (vochtig)
14
NEDERLANDS
Toepassing
Voor het bakken van taarten met een krokante bodem en het bewaren van voedsel.
Toepassing
Voor het inmaken van groenten (bijv. augurken).
Om in plakjes gesneden fruit, groenten en champignons te drogen.
Om borden voor het serveren op te warmen.
Om voedsel te ontdooien (groenten en fruit). De ontdooitijd is afhankelijk van de hoe‐
veelheid ingevroren voedsel en de grootte daarvan.
Voor gerechten zoals lasagne of aardappelgratin. Voor gratineren en bruinen.
Om malse, sappige braadstukken te bereiden.
Om voedsel warm te houden.
Deze functie is ontworpen om tijdens de bereiding energie te besparen. Bij het ge‐
bruik van deze functie kan de temperatuur in de ruimte verschillen van de ingestelde
temperatuur. De restwarmte wordt gebruikt. Het verwarmingsvermogen kan worden
verminderd. Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk "Dagelijks gebruik", op‐
merkingen op: Warmelucht (vochtig).