Hoofdsteun
Hoofdsteun (Fig. 4.10)
De hoofdsteun kan omhoog gezet worden en horizontaal
voorwaarts en achterwaarts worden bewogen.
Hiertoe draait u de schroef (1, 2 of 3) los.
Nu kunt u de gewenste positie instellen. Draai de schroef weer
vast. (zie de pagina over torque sleutel).
Om de rolstoel op te vouwen, opent u de klemhendel (1), laat u
de beugel van de hoofdsteun naar de rechterzijde schuiven, en
vouwt u deze naar beneden. Nu kunt u de rolstoel opvouwen.
Om de rolstoel uit een opgevouwen positie te halen, vouwt u de
hoofdsteun omhoog, geeft u de klemhendel weer ruimte, en
schuift deze naar de linkerkant. Sluit tot slot de klemhendel
weer (Fig. 4.11).
Voorwielen
Het zwenkwiel instellen
Om ervoor te zorgen dat beide vorken parallel worden
ingesteld, moet u de tanden tellen die aan beide kanten
zichtbaar zijn. Nadat u de zwenkwielvork heeft ingesteld,
zorgen de tanden voor een stevige positie, en kan een
aanpassing van 16° met stappen van 2° worden aangebracht,
(Fig. 4.12).
Gebruik de vlakke zijde aan de voorkant van de
zwenkwielvork om te controleren dat de positie een
rechte hoek met de grond vormt.
Met het gepatenteerde ontwerp kan de zwenkwielvork zodanig
worden gedraaid, dat het op een rechte hoek met de grond
ingesteld kan worden wanneer de zittinghoek is aangepast.
Stellen van het voorwiel, voorwiel-adaptor en
voorvork (Fig. 4.13)
Als de rolstoel enigszins naar links of rechts trekt, of als de
zwenkwielen trillen, kan dit worden veroorzaakt door een of
meer van de onderstaande factoren:
• De voorwaartse en/of achterwaartse wielbeweging is niet goed
ingesteld.
• De camber is niet goed afgesteld.
• De luchtdruk van het zwenkwiel en/of van het achterwiel is
niet goed; de wielen draaien niet soepel genoeg.
Om de rolstoel in een rechte lijn te laten rijden, moeten de
zwenkwielen optimaal worden aangepast.
U moet de voorwielen laten afstellen door een erkend dealer.
Telkens wanneer de positie van het achterwiel is veranderd,
moet het balhoofd opnieuw worden aangepast en de
wielvergrendelingen gecontroleerd.
(Fig. 4.10)
3
(Fig. 4.11)
1
Fig. 4.12
+8SDgr
Fig. 4.13
1
2
1
- 8SDgr
2
3
1
99
YOUNGSTER 3